Achtergrond

De Wet DBA werd in 2016 ingevoerd met als doel om schijnzelfstandigheid beter aan te pakken. De invoering van de Wet DBA leidde echter tot veel onrust en discussie, omdat de regels rondom het werken met zelfstandigen niet duidelijk genoeg waren. Om deze onrust te verminderen werd het handhavingsmoratorium in het leven geroepen kort na de invoering van de Wet DBA in 2016. Dit handhavingsmoratorium hield in dat de Belastingdienst bij opdrachtgevers niet met terugwerkende kracht kon corrigeren op de kwalificatie van de arbeidsrelatie voor de loonheffingen, behalve in gevallen van evidente kwaadwillendheid.

Kamerbrief 6 september 2024

In de Kamerbrief van 6 september 2024 heeft het kabinet aangekondigd dat het de balans op de arbeidsmarkt wil verbeteren en het werken met en als zelfstandige(n) toekomstbestendiger wil maken. Het kabinet zet in op drie hoofdlijnen om dit te realiseren:

  • Lijn 1: Het realiseren van een gelijker speelveld tussen contractvormen.
  • Lijn 2: Een betere werking op de arbeidsmarkt, waaronder meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige.
  • Lijn 3: Een verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid.

Het opheffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 is een belangrijk onderdeel, wat valt onder hoofdlijn 3. 

Geen hysterische controles vanaf 1 januari 2025 

Tijdens het Rondetafelgesprek op 5 september 2024 heeft de Belastingdienst aangegeven niet strenger te willen gaan handhaven. Momenteel zijn er 80 fte’s die op schijnzelfstandigheid handhaven en dat blijven 80 fte’s. De huidige wetgeving en jurisprudentie blijven leidend, waarbij de Belastingdienst een holistische benadering hanteert voor de beoordeling van arbeidsrelaties. De Belastingdienst benadrukt dat zij slechts als handhaver zullen optreden en afhankelijk zijn van de ontwikkelingen in de wet- en regelgeving.

Op 12 september 2024 heeft de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de commissie voor Financiën gedebatteerd over het opheffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025. Tijdens het commissiedebat hebben diverse Tweede Kamerleden gepleit voor uitstel van handhaving totdat de nieuwe zzp-wetgeving van kracht is. De Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingdienst (Staatssecretaris) benadrukte echter dat de opheffing van het handhavingsmoratorium niet verder uitgesteld kan worden teneinde de rechtszekerheid en het rechtsvertrouwen te waarborgen. Veel organisaties en bedrijven hebben al voorbereidingen getroffen om hun bedrijfsvoering in lijn te brengen met wet- en regelgeving. Daarnaast hebben enkele Tweede Kamerleden betoogt om de aanwijzing door de Belastingdienst als instrument in stand te laten. De Staatssecretaris heeft echter aangegeven actief te willen handhaven, maar aangegeven dat de Belastingdienst in bepaalde situaties terughoudend zal zijn en aanwijzingen kan opleggen om de arbeidsrelatie aan te passen. Volgens de Staatssecretaris zal er niet hysterisch gecontroleerd gaan worden vanaf 1 januari 2025. 

Modelovereenkomsten

In de Kamerbrief van 6 september 2024 is bekendgemaakt dat de modelovereenkomsten per 1 januari 2025 zullen worden uitgefaseerd, onder andere omdat deze niet in lijn zijn met het door de Hoge Raad geformuleerde uitgangspunt dat alle omstandigheden van het geval moeten worden beoordeeld (ECLI:NL:HR:1997:ZC2495).

Vanaf 6 september 2024 is de Belastingdienst tevens gestopt met het beoordelen van modelovereenkomsten. De lopende goedgekeurde modelovereenkomsten blijven geldig tot de einddatum van de goedkeuring, mits er daadwerkelijk wordt gewerkt zoals overeengekomen in de modelovereenkomst. De algemene modelovereenkomst geen werkgeversgezag blijft in ieder geval geldig tot 1 juni 2026.

Het kabinet heeft besloten om de beoordeling voor nieuwe modelovereenkomsten stop te zetten om te voorkomen dat deze overeenkomsten schijnzekerheid bieden. Uit het Deliveroo-arrest (ECLI:NL:HR:2023:443) bleek namelijk dat Deliveroo gebruik maakte van een algemene modelovereenkomst ‘geen werkgeversgezag’ met een mogelijkheid van vrije vervanging, waarop de rechter oordeelde dat het uiteindelijk alsnog ging om een arbeidsovereenkomst. Dit heeft ertoe geleid dat de modelovereenkomst ‘vrije vervanging’ per 1 januari 2024 is vervallen. Of er sprake is van een dienstbetrekking kan namelijk pas achteraf worden vastgesteld aan de hand van alle feiten en omstandigheden in onderling verband. Dit wordt ook wel de holistische benadering genoemd. Omdat deze toetsing achteraf plaatsvindt, kan er geen zekerheid vooraf worden gegeven op basis van een goedgekeurde modelovereenkomst.

Betekenis voor de praktijk

Het volledig opheffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 heeft de volgende gevolgen:

  1. Normale handhavingsregels: Voor de handhaving op de kwalificatie van arbeidsrelaties zullen weer de normale regels gelden voor het opleggen van correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes. Daarbij geldt wel een overgangsperiode van 1 jaar waarin geen vergrijpboetes worden opgelegd, mits aangetoond kan worden dat er stappen zijn genomen tegen schijnzelfstandigheid.
  2. Focus op opdrachtgevers: De focus binnen de handhaving op arbeidsrelaties ligt bij de opdrachtgevers.
  3. Correcties met terugwerkende kracht: Er wordt rekening gehouden met het eerdere handhavingsmoratorium, waardoor correcties met terugwerkende kracht alleen worden doorgevoerd tot 1 januari 2025.  Voor de periode vóór 1 januari 2025 kan de Belastingdienst, binnen de vijfjaarstermijn, alleen correcties opleggen bij kwaadwillendheid of onvoldoende opvolging van eerder gegeven aanwijzingen.

Hoe verder?

De Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet VBAR) ligt nu bij de Raad van State en wordt naar verwachting op 1 januari 2026 ingevoerd. Dit zorgt voor onzekerheid en onduidelijkheid, aangezien het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 wordt afgeschaft.

Wij adviseren u om de positie van huidige zzp’ers die werkzaam zijn binnen uw bedrijf vóór 1 januari 2025 per geval te beoordelen en na te gaan of de zzp’er als zelfstandige kan blijven werken of gekwalificeerd dient te worden als een werknemer. Wij raden u daarnaast aan om processen in te richten ten behoeve van deze beoordeling per geval vanaf 1 januari 2025. Uiteraard kunnen wij u hierbij assisteren.

Mocht u vragen hebben over het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met uw gebruikelijke contactpersoon of met een van de belastingadviseurs van ons Employment & Benefits team.