Nieuwe leennormenmethodiek
Bij het voorkomen van betalingsachterstanden spelen leennormen ten behoeve van verantwoorde kredietverstrekking een belangrijke rol. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Vereniging van Financieringsmaatschappijen in Nederland (VFN) hebben de leennormen in hun gedragscodes uitgewerkt. De NVB en de VFN hebben (in overleg met de AFM en het Nibud) gewerkt aan een nieuwe methodiek waarmee de financiële situatie van de klant preciezer in kaart wordt gebracht, waardoor het krediet beter aansluit op wat klanten financieel kunnen dragen. Per 1 april 2021 is deze nieuwe methodiek in werking getreden. De nieuwe leennormenmethodiek beoogt dat de lasten en bestedingsruimte van consumenten preciezer in kaart wordt gebracht, door bijvoorbeeld ook daadwerkelijke kosten voor kinderopvang, alimentatie en overige lasten zoals de kosten van een leaseauto en een studielening in kaart te brengen.
Brief minister over ontwikkelingen op het gebied van consumptief krediet
In zijn brief informeert de minister de Tweede Kamer over de relevante ontwikkelingen op het gebied van consumptief krediet. Uit deze brief blijken aantal gevolgen voor kredietaanbieders.
Verlaging maximale kredietvergoeding
Vorig jaar heeft minister Hoekstra – vanwege de gevolgen van de coronacrisis – de maximale kredietvergoeding op jaarbasis tijdelijk verlaagd van 14 naar 10 procent zodat consumenten tegen lagere maandlasten kunnen lenen. Deze crisisregeling duurt in ieder geval tot 1 maart 2021. In deze brief wordt deze crisismaatregel eenmalig verlengd met 6 maanden, tot 1 september 2021. De maximale kredietvergoeding zal dus tot 1 september 10 procent op jaarbasis blijven. Door de crisismaatregel te verlengen, blijven de kosten van krediet lager en worden consumenten dus ook beter beschermd tegen de hoge kosten van krediet.
Daarnaast heeft de minister opdracht gegeven aan de SEO om onderzoek uit te voeren naar een structurele verlaging van de maximale kredietvergoeding. Uit het onderzoeksrapport, blijkt niet onomstotelijk bij welk percentage de juiste balans tussen gewenste en ongewenste effecten gevonden is. De minister laat de keuze voor het structureel verlagen dan ook over aan het volgend kabinet.
Voorkomen van betalingsachterstanden
De minister merkt op dat de maatregelen die aanbieders hebben genomen om betalingsachterstanden terug te dringen, hun vruchten lijken af te werpen. Uit de nieuwe cijfers die volgen uit het rapport van BKR blijkt dat de percentage kredieten met een achterstand over de gehele periode is afgenomen met 11% ten opzichte van de vorige meting in 2019. Ook is het aantal nieuwe verzendhuiskredieten met achterstand gedaald.
Zoals hierboven vermeld, is per 1 april 2021 de nieuwe leennormenmethodiek die geldt op basis van de gedragscodes van de VFN en NVB in werking getreden. De leennormen zijn volgens de minister een belangrijk instrument om te voorkomen dat de consumenten door het afsluiten van consumptief krediet in de problemen komen.
Volgens de minister is er toch nog verdere actie nodig om de betalingsachterstanden verder terug te dringen. Betalingsachterstanden komen vaak voor bij oude overeenkomsten afgesloten voor 2010 en het oorspronkelijke bedrag is vaak kleiner dan 1.000 euro. Dit komt mogelijk omdat kredietverstrekkers pas bij een krediet van meer dan 1.000 euro verplicht zijn om de financiële situatie van de consument te toetsen en te verifiëren met behulp van voldoende, schriftelijke informatie (zoals bankafschriften en/of loonstroken). Om ook de consumenten te beschermen die een krediet afsluiten van minder dan 1.000 euro, wil de minister de wettelijke verificatieplicht verlagen naar 250 euro. Kredietverstrekkers moeten dan dus ook bij bedragen vanaf 250 euro de financiële positie verifiëren en kunnen niet meer volstaan met een kredietwaardigheidscheck. De minister laat weten dat hij de komende tijd de benodigde stappen gaat voorbereiden om deze verlaging door te voeren.