Korte terugblik

2024 was een enerverend jaar. Maatschappelijke, geopolitieke en economische ontwikkelingen stelden de politiek voor ingewikkelde vraagstukken. Een belangrijke politieke uitdaging is de financiering van de overheidsuitgaven, waarbij in 2025 besloten zal moeten worden of deze worden beteugeld door lagere uitgaven (bezuinigingen), het verhogen van inkomsten (belastingheffing) of het laten oplopen van de staatsschuld.

In 2024 is het extraparlementaire kabinet Schoof aangetreden. Gelet op de bijzondere status van dit kabinet en de grotere vrijheid voor het parlement, kan het zijn dat tijdens de parlementaire behandelingen van wetsvoorstellen er meer wordt gewijzigd dan in eerdere jaren. Dit was bijvoorbeeld merkbaar bij de parlementaire behandeling van het Belastingpakket 2025.

Uit de op Prinsjesdag 2024 gepresenteerde begroting en wetsvoorstellen volgt dat het kabinet inzet op meer koopkracht, gezonde overheidsfinanciën en begrotingsdiscipline. Het tekort in de begroting is echter inmiddels wat opgelopen ten opzichte van de ramingen, onder meer door last-minute wijzigingen in de btw-voorstellen en het uitstel van de introductie van een nieuw stelsel voor box 3. Hoe het kabinet deze en andere financiële tegenvallers aanpakt zal naar verwachting blijken uit de Voorjaarsnota 2025. Deze nota bevat een update van de begroting voor 2025 en een vooruitblik op de plannen voor 2026 en verder.

Ook wil het kabinet dat Nederland aantrekkelijk blijft voor bedrijven en moet het ondernemersklimaat worden versterkt. Zie voor meer informatie hierover ons nieuwsbericht van 17 september 2024. De ingezette koers om (inkomen uit) vermogen zwaarder te belasten is door dit kabinet voortgezet.

Ten slotte zien wij dat de belastingheffing van (Ultra) High Net Worth Individuals ((U)HNWI’s) meer aandacht krijgt. In veel landen zijn verdere of toenemende investeringen nodig in onderwijs, defensie, gezondheidszorg en infrastructuur. Daarvoor zijn vaak extra belastinginkomsten nodig. Bovendien is de welvaartsongelijkheid wereldwijd toegenomen. De steun voor extra of minimumbelastingen voor (U)HNWI’s neemt daarmee ook toe.

Vooruitblik

Wat gaat 2025 het Nederlandse familiebedrijf brengen? Graag delen wij met u enkele thema’s om over na te denken.

1. Versobering fiscaal vriendelijke bedrijfsoverdracht zodat deze per 2025 zwaarder worden belast

Onder voorwaarden kan ondernemingsvermogen op fiscaal vriendelijke wijze worden overdragen aan de volgende generatie; via de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting (DSR). Opvolgende kabinetten hebben diverse wijzigingen in deze regelingen aangekondigd en ingevoerd. De wijzigingen leiden in het algemeen tot een zwaardere belastingdruk bij de overgang van familiebedrijven. Zo zijn ook per 2025 de nodige wijzigingen doorgevoerd en zijn ook voor de nabije toekomst versoberingen van deze regelingen voorzien. Mocht u overwegen om uw familiebedrijf in de toekomst over te dragen, dan is het raadzaam om daar in 2025 naar te kijken.

2. Verlaging reguliere tarief in box 2 van de inkomstenbelasting naar 31% per 2025

Sinds 1 januari 2024 geldt een tweeschijvenstelsel in box 2. De eerste € 67.000 aan inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2-inkomen) wordt belast tegen een tarief van 24,5%. Per 2025 is het meerdere belast tegen een tarief van 31% (was: 33%). 
Voor fiscaal partners betekent het tweeschijvenstelsel dat wanneer zij ervoor kiezen het box 2-inkomen in hun aangifte gelijk over hen te verdelen, het lage tarief van toepassing is op een box 2-inkomen van € 134.000.

3. Renteaftrekbeperking (earningsstrippingregeling) bij schulden vanaf 2025

Heeft uw familiebedrijf schulden waarover rente verschuldigd is? Dan heeft u mogelijk te maken met de zogenoemde ‘earningsstrippingregeling’. Deze regeling zorgt voor een renteaftrekbeperking voor rente verschuldigd aan derden én op rente verschuldigd aan gelieerde partijen. Voor de toepassing van deze regeling moet eerst het rentesaldo van de belastingplichtige worden vastgesteld; dit is het totale bedrag aan rentelasten minus het bedrag aan rente-inkomsten. Van dit rentesaldo kan in 2025 het hoogste bedrag van ofwel (i) 24,5% van de ‘fiscale EBITDA’ ofwel (ii) € 1 miljoen in aftrek worden gebracht op de fiscale winst (de ‘€ 1 miljoen drempel’). Een eventueel bedrag aan rentesaldo dat niet in aftrek kan worden gebracht, wordt voortgewenteld naar komende jaren.

Deze drempel van € 1 miljoen is - in tegenstelling tot eerdere plannen – voor alle belastingplichtigen gehandhaafd. Dit is niet alleen een goede uitkomst voor vastgoedbeleggers en- ontwikkelaars, maar ook goed nieuws voor de woningmarkt. Als gevolg van het achterwege blijven van de voorgestelde aanscherping verliezen vastgoedbedrijven met vreemd vermogen immers minder snel renteaftrek.

4. Wijzigingen per 2025 voor (vastgoed)beleggers  

Er is nog meer nieuws op het gebied van vastgoed. Hierna lichten wij dit kort toe.  

Vanaf 1 januari 2025 is de ‘vastgoedmaatregel’ voor de fiscale beleggingsinstelling (FBI) in werking getreden. Deze maatregel houdt in dat directe vastgoedbeleggingen worden uitgesloten van het FBI-regime, waardoor FBI’s met direct gehouden vastgoedbeleggingen regulier belastingplichtig zijn geworden voor de vennootschapsbelasting. De ‘vastgoedmaatregel’ is beperkt tot beleggingen in Nederlandse onroerende zaken: directe beleggingen in buitenlandse onroerende zaken blijven daarmee toegestaan voor FBI’s.

Vanaf 1 januari 2025 zijn de fiscale kwalificatieregels die van toepassing zijn op FGR’s en CV-achtigen gewijzigd. Familiefondsen voldoen doorgaans niet aan de gewijzigde voorwaarden zodat dergelijke FGR’s en CV-achtigen per 2025 als fiscaal transparant worden behandeld. In sommige gevallen kan een FGR of CV-actige echter toch als beleggingsfonds kwalificeren, of zullen bestaande CV’s vanaf 1 januari 2025 als Vpb-plichtig FGR kunnen worden gezien. Meer weten? De nieuwe kwalificatieregels worden beschreven in ons nieuwsbericht van 30 oktober 2024.

Vanaf 1 januari 2025 komen alleen beleggingsinstellingen in de zin van de Wet op het financieel toezicht (vergunning- of registratieplichtig) nog voor de VBI-status in aanmerking. Familie-VBI’s komen in beginsel niet meer in aanmerking voor de VBI-status. Dit betekent dat familie-VBI’s per 2025 geen gebruik meer kunnen maken van het VBI-regime.

Vanaf 1 januari 2025 is de overdrachtsbelastingvrijstelling afgeschaft voor aandelentransacties van onroerendezaakrechtspersonen (OZR’s) die bouwgrond en nieuwgebouwd onroerend goed bezitten dat (deels) wordt gebruikt voor btw-vrijgestelde doeleinden. Bij aandelentransacties met nieuwgebouwd vastgoed dat wordt gebruikt voor btw-vrijgestelde doeleinden, zoals woningen, is vanaf 1 januari 2025 4% overdrachtsbelasting verschuldigd. De vrijstelling overdrachtsbelasting is wel blijven bestaan voor de verkrijging van aandelen in OZR’s die eigenaar zijn van nieuw onroerend goed dat wordt gebruikt voor activiteiten waarbij de btw in de twee jaar na de verkrijging voor ten minste 90% kan worden afgetrokken. Meer weten? Lees dan onze ‘Prinsjesdag 2024 – Vastgoed Update’.

Vanaf 1 juli 2025 geldt een nieuwe splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Ten opzichte van de huidige faciliteit is deze over het algemeen beperkter, waardoor het zonder overdrachtsbelasting reorganiseren moeilijker wordt.

Vanaf 1 januari 2026 zal het standaard overdrachtsbelastingtarief van 10,4% niet langer van toepassing zijn op de verkrijging van woningen. Voor de aankoop van woningen wordt per 2026 een nieuw overdrachtsbelastingtarief van 8% ingevoerd.

5. Box 3-heffing nu en in de toekomst

Het kabinet is voornemens om een nieuw box 3-stelsel in te voeren, waarbij inkomsten uit vermogen worden belast op basis van – een betere benadering van – het werkelijk behaalde rendement. In december 2024 heeft de staatssecretaris van Financiën de Tweede Kamer geïnformeerd dat de inwerkingtreding van de ‘Wet werkelijke rendement box 3’ is uitgesteld van 2027 naar 2028. Voor de jaren vanaf 2023 is overbruggingswetgeving ingevoerd op basis van de zogenoemde forfaitaire spaarvariant die ook is gebruikt voor het rechtsherstel over de jaren 2017 t/m 2022.

De keuze van het kabinet om zich te blijven richten op de invoering van het wetsvoorstel ‘Wet werkelijk rendement box 3’ betekent automatisch dat het stelsel van forfaitaire rendementen met tegenbewijs een jaar langer van kracht blijft dan eerder gepland. Dekking voor het jaar ‘uitstel’ zal worden gevonden in een verhoging van het forfaitaire rendement in de komende jaren.

Vraagt u zich af wat de ontwikkelingen rondom box 3 betekenen voor uw fiscale positie? Neem dan contact op met uw adviseur. Het is raadzaam om uw fiscale privépositie te laten (her)beoordelen.

6. Aanpassing regeling voor schenken vanuit de vennootschap per 2025

Overweegt u om giften te doen aan een ANBI of een Steunstichting SBBI, maar heeft u daarvoor middelen nodig uit uw vennootschap? Dan is het goed om te weten dat de regeling voor schenken vanuit de vennootschap is aangepast per 2025. Een gift aan een goed doel vanuit de vennootschap – gedaan vanuit de charitatieve behoefte van de aandeelhouder – wordt vanaf 2025 belast bij de aandeelhouder met 31% inkomstenbelasting (box 2). De gift wordt gezien als een verkapte winstuitdeling aan de aandeelhouder. De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting blijft daarentegen wel in stand. Daarnaast is de mogelijkheid tot het doen van aftrekbare periodieke giften in de inkomstenbelasting verruimd van maximaal € 250.000 per jaar, naar € 1,5 miljoen per jaar.

Een sprankje licht aan de horizon voor charitatieve instellingen is dat de regering is verzocht om met de sector in overleg te treden over de impact van het afschaffen van de regeling ‘geven uit de vennootschap’ om te proberen om in samenspraak met de sector mogelijke alternatieven daarvoor te verkennen.

Als voor de vennootschap sprake is van een zakelijke uitgave aan een ANBI of Steunstichting SBBI dan blijft deze uitgave regulier aftrekbaar van de winst (bijvoorbeeld reclamekosten, sponsoring of uitgaven in het kader van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen).

7. Aanpassing belastingrente per 2025

De hoge belastingrente heeft een geringe daling ondergaan. De belastingrente in de vennootschapsbelasting is per 1 januari 2025 gedaald van 10% (jaar 2024) naar 9% (jaar 2025). De belastingrente in de inkomstenbelasting en andere belastingen is per 1 januari 2025 gedaald van 7,5% (jaar 2024) naar 6,5% (jaar 2025).

Belastingrente kan worden voorkomen of beperkt door de belastingaangifte op tijd in te dienen of door vóór 1 mei volgend op het betreffende belastingjaar (bij boekjaren die gelijk zijn aan het kalenderjaar) een voorlopige aanslag inkomsten – of vennootschapsbelasting aan te vragen. Voor het jaar 2024 geldt dat het verzoek tot het opleggen van een voorlopige aanslag vóór 1 mei 2025 moet zijn ingediend (ervan uitgaand dat het boekjaar van de vennootschap gelijk is aan het kalenderjaar).

Moet u belastingrente betalen? En bent u van mening dat er onterecht belastingrente in rekening is gebracht? Dan kunt u binnen 6 weken na de datum van de aanslag met de belastingrente of de beschikking waar u het niet mee eens bent, bezwaar maken.

N.B.: Heeft u een aanslag vennootschapsbelasting ontvangen en bent u het niet eens met de belastingrente die u moet betalen? Op 7 november 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland beslist dat het belastingrentepercentage voor de vennootschapsbelasting in 2022 te hoog is en daarmee in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De Belastingdienst is het hiermee niet eens en heeft de zaak inmiddels (via sprongcassatie) voorgelegd aan de Hoge Raad. Het kan in afwachting van de uitkomst van deze procedure raadzaam zijn om bezwaar te maken tegen definitieve aanslagen of herziening te vragen van voorlopige aanslagen waarin belastingrente is begrepen.

8. Vervallen handhavingsmoratorium per 2025

Het zogenoemde handhavingsmoratorium is opgeheven per 1 januari 2025. Dit betekent dat de Belastingdienst vanaf deze datum weer volledig controleert op arbeidsrelaties en schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst kan correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en boetes opleggen bij inhuur van schijnzelfstandigen. In gevallen waarin geen sprake is van evidente kwaadwillendheid van de inlener, kunnen deze correcties niet verder teruggaan dan tot 1 januari 2025.

In 2025 zal de Belastingdienst vooralsnog soepel omgaan met vergrijpboetes als de opdrachtgever kan aantonen dat in voldoende mate is geprobeerd schijnzelfstandigheid te voorkomen. Meer weten? Lees dan ons nieuwsbericht van 13 september 2024 over het opheffen van het handhavingsmoratorium. Zie ook de ‘Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties Beslis- en afwegingskader’ van de Belastingdienst met daarin het beslis- en afwegingskader.

9. Breng de governance binnen uw familiebedrijf op orde

Het is van belang ieder jaar te beoordelen of uw ‘governance’ (nog steeds) op orde is. Bij familiebedrijven verdient een goede ‘family governance’ aanbeveling en worden ook vaak regelingen getroffen voor het privévermogen van de ondernemer en zijn of haar eventuele partner. Daarnaast is het belangrijk dat familieleden van de verschillende generaties op verantwoorde wijze omgaan met het familievermogen. Dat vergt onder meer een goede begeleiding van jonge familieleden, maar vraagt ook om goede en duidelijke regelingen voor oudere familieleden. Verder is van belang om ‘de juiste persoon op de juiste plaats’ te hebben en een goede balans te vinden tussen het bestuur en het toezicht daarop.

Als eigenaar van het vermogen kunt u zelf voor een goede ‘family governance’ zorgen. Denk hierbij aan het opnemen van goede regelingen:

  • in uw testament;
  • bij eventuele schenkingen;
  • in uw levenstestament;
  • bij de inrichting van de juridische structuur in de daarbij behorende stukken, ook in geval van (tijdelijke) onmogelijkheid om te besturen (belet- en ontstentenisregeling); en
  • in uw juridische documentatie voor de ‘corporate governance’ van uw familiebedrijf.

Meer informatie over (verwachte) wetswijzigingen?

Wilt u weten welke wetswijzigingen er nog meer worden verwacht die gevolgen hebben voor het Nederlandse familiebedrijf? Of heeft u behoefte aan informatie over de diverse Nederlandse wetswijzigingen die per 2025 zijn doorgevoerd? Neem dan contact met ons op en download onze uitgave ‘Goed voorbereid op 2025!’. In deze uitgave zijn ook enkele wijzigingen in onze andere thuismarkten (België, Luxemburg en Zwitserland) opgenomen.

Contact

Heeft u na het lezen van dit nieuwsbericht behoefte aan een nadere toelichting op een of meer onderwerpen? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij helpen u graag verder.