Circulaire bouw
Bij circulaire bouw staan efficiënt gebruik van grondstoffen, het behoud en hergebruik van materialen, en het inzetten van duurzaam geproduceerde, hernieuwbare grondstoffen voorop. Nederland heeft zich tot doel gesteld om in 2030 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken. Dat streven heeft rechtstreeks gevolgen voor de bouwsector, aangezien die sector relatief grondstoffenintensief is. Circulair bouwen kan daarom niet los worden gezien van de grotere duurzaamheidsopgave waar we als samenleving voor staan.
In het oog springende voorbeelden van circulaire bouw zijn het nieuwe hoofdkantoor van Triodos in Zeist en Floating Office Rotterdam. In beide gevallen is voorgesorteerd op de mogelijkheid tot hoogwaardig hergebruik van onderdelen en materialen van deze gebouwen, onder meer door aandacht te hebben voor de materiaalkeuze en gebruik te maken van modulaire elementen.
Circulair bouwen ziet niet alleen op het bouwen, maar ook op het slopen (of hergebruiken) van het gebouw. Modulaire elementen maken het bijvoorbeeld makkelijker om de materialen of elementen die in het ene gebouw zijn gebruikt, hoogwaardig te recyclen in een ander gebouw. Al in de ontwerpfase kan rekening worden gehouden met het verbruik van materialen voor een gebouw tijdens de bouw- en gebruiksfase. Door de keuze voor bepaalde materialen kan dit verbruik bijvoorbeeld zoveel mogelijk worden gereduceerd.
Materialenpaspoort
Het is dus essentieel dat vooraf wordt nagedacht over en inzicht bestaat in de toe te passen materialen. Ook met het oog op duurzaam hergebruik daarvan. Het gebruik van een materialenpaspoort is een van de manieren waarop marktpartijen meer inzicht kunnen verkrijgen in de materialen die in bestaande bebouwing zijn toegepast en wat daarvan de levensduur en de recyclemogelijkheden zijn. In de praktijk wordt een materialenpaspoort vaak opgesteld door de ontwikkelaar, waarbij de focus op de bouwfase ligt. Een mooie toevoeging zou kunnen zijn dat er tijdens de gehele levensduur van het gebouw wordt gezorgd voor een actueel materialenpaspoort.
Op dit moment is het gebruik van een materialenpaspoort echter nog niet verplicht en is er geen eenduidige standaard voor het document. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in oktober 2020 al wel aangekondigd begin 2022 een beleidsvoorstel aan de Tweede Kamer te zullen voorleggen over de eventuele invoering van een dergelijke verplichting. De status van dit beleidsvoorstel is op dit moment nog onbekend.
Circulaire bouw als eis vanuit de (lokale) overheid
Bij gebiedsontwikkelingen waarbij de gemeente niet de grondeigenaar is, heeft de gemeente op dit moment nog niet de bevoegdheid om circulaire eisen te stellen aan projectontwikkelaars. De wetgeving reikt de gemeente daarvoor nog geen instrumenten aan. Onder de Omgevingswet zal dat anders worden. Gemeenten krijgen onder de Omgevingswet namelijk meer instrumenten in handen om de vorm en inhoud van hun beleid te kunnen bepalen. Zo kunnen gemeenten bij het uitwerken van hun omgevingsvisie(s) (die de huidige structuurvisie zal vervangen) en -programma’s (waarin te voeren beleid nader wordt uitgewerkt) onder de Omgevingswet bepaalde concrete doelstellingen voor de fysieke leefomgeving voorschrijven, zoals de doelstelling circulair bouwen.
Onder de Omgevingswet kan circulaire bouw dus gefaciliteerd en mogelijk zelfs verplicht worden. Daarbij dient wel de kanttekening te worden gemaakt dat de eisen die de gemeente zal kunnen stellen vaak alleen zullen zien op nieuwbouw.
Veranderingen in de praktijk?
Of van deze mogelijkheid in de praktijk gebruik zal worden gemaakt, hangt in grote mate af van de (lokale) politiek. Door circulair aanbesteden en circulair slopen de standaard te maken en in te zetten op een goede infrastructuur voor secundair gebruik van hoogwaardig te recyclen materialen, kan een bijdrage worden geleverd aan het bereiken van een meer circulaire bouwsector.
De beperktere milieueffecten die van circulaire bouw uitgaan, dragen bij aan het behalen van de klimaatdoelstellingen en helpen ons als samenleving op weg naar een meer circulaire economie. Daarnaast kan een bijkomend positief effect zijn dat van circulaire bouwprojecten minder uitstoot uitgaat, waardoor het makkelijker kan worden om bijvoorbeeld woningbouwprojecten te realiseren in de buurt van stikstofgevoelige gebieden.
Contact
Wilt u meer informatie of een gesprek over dit onderwerp? Aarzel dan niet om contact op te nemen met ons of onze Loyens & Loeff-collega’s.
Deze blog van Nanne Kusters en Viviënne Versluis verscheen ook als artikel in ‘de Jurist’ in februari 2022.