De UBO-definitie in het Besluit is relevant voor het nog in te voeren ‘UBO-register’, een register waarin bepaalde persoonlijke gegevens worden opgenomen van UBO’s van juridische entiteiten in Nederland. Hoewel de UBO-definitie in het Besluit niet specifiek bedoeld is als uitwerking van het UBO-register, zal de UBO-definitie in het Besluit inhoudelijk overeenkomen met de UBO-definitie voor het UBO-register. Hierbij is van belang dat het UBO-register, in afwijking van het Besluit, nader te bepalen juridische entiteiten zal uitzonderen van UBO-registratie.

Het wetsvoorstel ter implementatie van het UBO-register in Nederland wordt naar verwachting in de eerste helft van 2018 ingediend.

Vierde EU-antiwitwasrichtlijn

De invoering van een UBO-register is één van de maatregelen die is opgenomen in de binnen de Europese Unie (EU) geldende ‘vierde EU-antiwitwasrichtlijn’. Wij berichtten u eerder over het UBO-register in ons nieuwsbericht van 3 april 2017. De vierde EU-antiwitwasrichtlijn beschrijft naast het UBO-register onder meer de verplichting voor bepaalde dienstverleners, zoals banken, accountants, advocaten, belastingadviseurs en notarissen, om cliëntenonderzoek te verrichten voorafgaand aan het aangaan van een zakelijke relatie. In het kader van dit cliëntenonderzoek zijn dienstverleners verplicht om hun cliënt of de UBO van hun cliënt te identificeren.

UBO-definitie

Het Besluit beschrijft categorieën van natuurlijke personen die voor specifieke juridische entiteiten in elk geval worden beschouwd als UBO. Daarbij wordt uitdrukkelijk aangegeven dat geen sprake is van een limitatieve opsomming en dat ten aanzien van één juridische entiteit meerdere UBO’s kunnen bestaan.

Hierna wordt voor de NV, BV, stichting en commanditaire vennootschap kort beschreven welke natuurlijke personen onder het Besluit in elk geval als UBO worden beschouwd. In het Besluit wordt daarnaast onder meer ingegaan op de UBO-definitie voor maatschappen, verenigingen en trusts.

  • Voor de NV en BV: UBO's zijn de natuurlijke personen die direct of indirect meer dan 25% van de aandelen, van de stemrechten of het eigendomsbelang houden in de vennootschap, of die via andere middelen uiteindelijk eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de vennootschap. Indien een voldoende eigendomsbelang wordt gehouden via tussenkomst van een stichting administratiekantoor blijft de natuurlijk persoon kwalificeren als UBO. Wanneer er twijfel bestaat welke natuurlijke personen UBO zijn van een vennootschap, wordt in beginsel het hoger leidinggevend personeel van de entiteit als UBO aangemerkt. De begrippen “eigendomsbelang” en “hoger leidinggevend personeel” worden hierna kort toegelicht. De hiervoor beschreven natuurlijke personen worden niet aangemerkt als UBO indien de vennootschap is onderworpen aan bepaalde openbaarmakingsvereisten voor beursgenoteerde vennootschappen, of een 100% dochtervennootschap van een dergelijke beursgenoteerde vennootschap is.

 

  • Voor stichtingen: In afwijking van de vierde EU-antiwitwasrichtlijn en de eerdere consultatie wordt voor stichtingen geen aansluiting gezocht bij de UBO-definitie voor trusts, maar bij de uitwerking van het UBO-begrip voor de zogenoemde 'overige rechtspersonen'. Achtergrond hiervan is dat een stichting in Nederland rechtspersoonlijkheid heeft en qua vorm en functie beter vergelijkbaar is met de overige rechtspersonen dan met trusts. UBO’s van een stichting zijn de natuurlijke personen die direct of indirect meer dan 25 procent van het eigendomsbelang houden in de stichting, die direct of indirect meer dan 25 procent van de stemmen kunnen uitoefenen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de statuten van de stichting, of die feitelijk zeggenschap kunnen uitoefenen over de stichting. Wanneer er twijfel bestaat welke natuurlijke personen UBO zijn van een stichting, wordt het hoger leidinggevend personeel als UBO aangemerkt.

 

  • Voor commanditaire vennootschappen: UBO's zijn de natuurlijke personen die direct of indirect meer dan 25 procent van het eigendomsbelang houden in de personenvennootschap, die direct of indirect meer dan 25 procent van de stemmen kunnen uitoefenen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de overeenkomst die ten grondslag ligt aan de personenvennootschap of ter zake van de uitvoering van die overeenkomst anders dan door daden van beheer voor zover in die overeenkomst besluitvorming bij meerderheid van stemmen is voorgeschreven, of het kunnen uitoefenen van feitelijke zeggenschap over de personenvennootschap. Wanneer er twijfel bestaat welke natuurlijke personen UBO zijn van een personenvennootschap, wordt het hoger leidinggevend personeel van de entiteit als UBO aangemerkt. Van een eigendomsbelang is in de voorgaande gevallen sprake indien een natuurlijk persoon recht heeft op de uitkering van de winst of de reserves van een rechtspersoon of personenvennootschap, of recht heeft op het overschot na vereffening. Tot het hoger leidinggevend personeel worden de statutaire bestuurders van een rechtspersoon gerekend, of, in het geval van een commanditaire vennootschap, de beherende vennoten.

Vijfde EU-antiwitwasrichtlijn

Het definitieve wetsvoorstel ter invoering van het UBO-register in Nederland zal naar verwachting in de eerste helft van 2018 worden ingediend. Dit wetsvoorstel en het hiervoor beschreven Besluit zijn beide gebaseerd op de vierde EU-antiwitwasrichtlijn.

Inmiddels is binnen de EU een voorlopige overeenstemming bereikt over aanpassingen aan die richtlijn en het daarin opgenomen UBO-register. Deze aanpassingen zullen - zodra zij definitief zijn - worden opgenomen in een vijfde EU-antiwitwasrichtlijn. Uit die aanpassingen blijkt onder meer dat de drempel voor kwalificatie als UBO (een 25%+-belang) niet zal worden verlaagd en dat alle EU UBO-registers voor vennootschappen en andere juridische entiteiten openbaar toegankelijk dienen te zijn. Dit sluit aan bij de eerder door Nederland bekend gemaakte contouren van het Nederlandse UBO-register.

Ten slotte zullen lidstaten een UBO-register voor trusts moeten aanhouden voor trusts die zijn ingesteld naar het recht van de lidstaat, of die feitelijk in die lidstaat zijn gevestigd, daar worden beheerd of aldaar bepaalde zakelijke transacties aangaan. UBO’s van een trust zijn in deze situaties in elk geval de setlor(s), de trustee(s), de protector(s), de begunstigde(n) of klassen van begunstigden van de trust, alsmede elke andere persoon die uiteindelijke zeggenschap over de trust uitoefent. Het UBO-register voor trusts zal naar verwachting niet publiek toegankelijk worden, maar wel toegankelijk zijn voor personen die een legitiem belang bij toegang tot de UBO-informatie kunnen aantonen.

Contact

Heeft u vragen over het UBO-register? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij zijn u graag van dienst bij het in kaart brengen van de gevolgen van het UBO-register in uw situatie.

Download de pdf-versie

 

Disclaimer

Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.