In dit artikel staat de junior centraal. Wij bespreken welke structuren en instrumenten (hierna: intercreditorstructuren) worden gebruikt om de positie van de junior ten opzichte van de senior en de debiteur te bepalen (par. 2, 3 en 4). We gaan telkens in op de impact die de gekozen intercreditor structuur heeft op de positie van de junior en bespreken de belangrijkste aandachtspunten bij de structuren. Daarbij behandelen we ook de werking van iedere structuur in insolventie. Tot slot komt de impact van een WHOA-akkoord op de positie van de junior aan bod (par. 5). Waar relevant zullen wij telkens ook de positie van de junior onder het format intercreditor van de Loan Market Association (LMA) tegen het licht houden.
Download de volledige publicatie hieronder.
Download
Publicatie in Onderneming & Financiering
Deze publicatie is eerder gepubliceerd in Onderneming & Financiering – Boom Juridisch Tijdschriften
Interesting read
Dutch Supreme Court clarifies WHOA plan limitations and possibilities | Loyens & Loeff