Het komt vaak voor dat een aanvraag wordt afgewezen, deze moet namelijk aan een groot aantal vereisten moet voldoen. In dat geval ben je mogelijk je aanspraak op subsidie kwijt, omdat het subsidieplafond is bereikt of contractuele aanspraken op financiering of toestemming van de eigenaar zijn verlopen. In die gevallen heeft een nieuwe aanvraag geen zin meer en is er sprake van aanzienlijke negatieve financiële gevolgen. Dit blijkt maar weer uit een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) van eind oktober 2020. Daar liep een ontwikkelaar vanwege een foute beoordeling bij de aanvraag maar liefst 1,3 miljoen euro aan SDE-subsidie misloopt. De uitspraak toont aan dat een afwijzing van een subsidie in een klein juridisch hoekje zit.
In 2017 heeft de ontwikkelaar een aanvraag voor een SDE-subsidie ingediend ten behoeve van de realisatie van een windturbine in ‘s Hertogenbosch. Een van de vereisten voor een volledige aanvraag is het bijvoegen van alle vergunningen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de windturbine.
De ontwikkelaar had in de aanvraag aangegeven dat voor de realisatie van de windturbine geen vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatwerken (Wbr-vergunning) nodig was. Een Wbr-vergunning is vereist om gebruik te maken van een ‘waterstaatswerk’, zoals een Rijksweg. In het belang van de verkeersveiligheid wordt dan beoordeeld of de vergunning kan worden verleend. Deze windmolen was vlak langs de A59 gelegen en maakte gebruik van het bij de A59 behorende terrein voor ‘overdraai’.
De ontwikkelaar dacht geen Wbr-vergunning nodig te hebben omdat de overdraai enkel over de bosschages kwam en niet over de weg zelf. RVO (als beoordelaar van de subsidieaanvraag) checkte dit bij Rijkswaterstaat en zij kwamen beide tot het oordeel dat wel een Wbr-vergunning vereist was. Vervolgens werd de SDE-subsidie afgewezen omdat niet alle noodzakelijke vergunningen bij de aanvraag waren gevoegd.
Het CBb volgt het oordeel van Rijkswaterstaat dat een Wbr-vergunning nodig is en die noodzaak staat niet ter inhoudelijke discussie. Daarvoor moet de ontwikkelaar bezwaar aantekenen tegen de verlening van de Wbr-vergunning. Dit heeft de ontwikkelaar overigens ook gedaan, maar pas na het verloop van de bezwaartermijn. Dit betekent volgens het CBb dan ook dat bij de beoordeling van de aanvraag afgegaan had mogen worden op de beoordeling van Rijkswaterstaat.
Nu als gevolg van die beoordeling bleek dat niet ‘alle’ vergunningen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van de windturbine beschikbaar waren op het moment dat het afwijzingsbesluit werd genomen, is de aanvraag volgens het CBb op terechte gronden afgewezen.
Ondertussen had de ontwikkelaar alweer een nieuwe aanvraag ingediend die wel is gehonoreerd. Een schrale troost voor de ontwikkelaar, omdat de toewijzing van deze aanvraag uiteindelijk ruim € 1,3 miljoen minder SDE-subsidie opleverde. De kans voor de ontwikkelaar voor de eerdere (ruimere) subsidieronde was immers alweer verkeken.
Hoewel dit voorbeeld wel een beetje van een onhandige aanpak getuigt, onderstreept deze uitspraak het belang van een volledige subsidieaanvraag en de noodzaak om tijdig te laten beoordelen welke vergunningen nodig zijn voor een te subsidiëren ontwikkeling.
Als u twijfelt of een specifieke vergunning is vereist voor een (ontvankelijke) aanvraag voor een SDE++-subsidie, zou u zelfs zekerheidshalve de vergunning moeten aanvragen. Als je inderdaad geen vergunning nodig hebt, wordt die aanvraag afgewezen en heb je ‘bewijs’ dat je geen vergunning nodig hebt voor de SDE-subsidie. Op die manier voorkomt u (juridische) discussies waardoor u een aanzienlijk bedrag aan subsidie kunt mislopen.
Let wel op dat een email van een medewerker van de vergunningverlenende instantie ook niet altijd voldoende is hiervoor. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel gelden namelijk wel aanvullende vereisten. Dus als u de tijd heeft (bijvoorbeeld omdat u ook al een omgevingsvergunning aanvraagt), kunt u mogelijk net zo goed ook een aanvraag doen voor een al dan niet vereiste Wbr- of watervergunning (bijvoorbeeld indien de turbines op een waterkering of in een watersysteem worden gebouwd).
Wilt u meer hierover of over de openstellingsronde voor de SDE++-subsidies weten? Neem dan even contact op met uw vaste adviseur in het Energy Team van Loyens & Loeff of met Victor van Ahee.