In deze uitgave ‘Fiscaal beleid voor het familiebedrijf in de verkiezingsprogramma’s 2023’ informeren wij u over de fiscale standpunten van zeventien politieke partijen. Dit zijn (i) de zittende politieke partijen die in de meeste peilingen op zetels staan en (ii) de nieuwkomers die eveneens op zetels staan. Wij leggen daarbij de nadruk op fiscale standpunten die gevolgen hebben voor het Nederlandse familiebedrijf en/of haar aandeelhouders.


Standpunten politieke partijen – enkele trends

Op de agenda van de politieke partijen staan relevante onderwerpen voor het familiebedrijf. De verkiezingsuitslag zal een belangrijke indicatie zijn voor de maatregelen die impact hebben op het familiebedrijf in 2024. Voor uw gemak hebben wij hierna een aantal fiscale thema’s op een rij gezet waarbij per thema op hoofdlijnen de politieke trends en ontwikkelingen zijn toegelicht.

De bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR) in de inkomsten- en schenk- en erfbelasting hebben tot doel de continuïteit van het familiebedrijf te waarborgen. Met de BOR worden fiscale belemmeringen bij het overdragen van de onderneming aan de volgende generatie beperkt. Het demissionaire kabinet heeft op Prinsjesdag 2023 aangekondigd bedrijfsoverdrachten in de toekomst zwaarder te gaan belasten door deze fiscale regeling te versoberen. Inmiddels heeft de Tweede Kamer wetsvoorstellen daarover aangenomen.

Veel politieke partijen besteden aandacht aan deze fiscale regelingen. De standpunten lopen daarbij uiteen van instandhouding van de regeling tot volledige afschaffing. Wijzigingen in de BOR kunnen ingrijpend zijn voor het familiebedrijf.

De politieke standpunten die gevolgen hebben voor de aandeelhouders van het familiebedrijf hebben wij in deze uitgave in vier fiscale thema’s uiteengezet, namelijk het box 1-tarief, het box 2-tarief, de heffing over inkomen uit sparen en beleggen in box 3 en de behandeling van schulden aan de eigen vennootschap (‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’).

Uit de verkiezingsprogramma’s kan worden afgeleid dat de invulling van het huidige boxensysteem in de inkomstenbelasting de aandacht heeft bij de meeste partijen. Ook hier lopen de standpunten zeer uiteen. Voor sommige partijen is invoering van één tarief in box 1 (een ‘vlaktaks’) - waarbij het tarief daalt naar 30% tot 20% - een maatregel om de overheidsfinanciën op orde te krijgen. Andere partijen zijn voorstander van een structurele verhoging van het box 1-tarief tot een toptarief van 60%. Ook inkomsten in box 2 (aanmerkelijk belang) zouden volgens de meeste partijen zwaarder moeten worden belast. Zo wordt voorgesteld het box 2-toptarief te verhogen naar 36%. Sommige partijen pleiten voor de invoering van een - aanvullende - vermogensbelasting in box 2 voor vermogens boven € 1.000.000.

In de verkiezingsprogramma’s van de meeste partijen is oog voor de huidige problematiek van de belastingheffing over inkomsten uit sparen en beleggen (box 3). In veel verkiezingsprogramma’s wordt het huidige box 3-stelsel vervangen voor een heffing over daadwerkelijk rendement, al dan niet in combinatie met een hoger tarief. Ook voor het vermogen in box 3 opperen sommige partijen een aanvullende vermogensbelasting. Met oog op het lenen van de eigen vennootschap schaffen een aantal partijen de drempel voor schulden bij de eigen vennootschap af, inclusief de uitzondering voor eigenwoningschulden.

Het bouwen van voldoende woningen heeft de aandacht van het demissionaire kabinet. Veel politieke partijen opperen maatregelen waardoor vastgoed zwaarder zal worden belast, hoewel ook hier de standpunten uiteenlopen. Zo wordt niet alleen voorgesteld om de hypotheekrenteaftrek te behouden, maar ook om deze (gefaseerd) af te schaffen. Daarnaast worden maatregelen geopperd om de overdrachtsbelasting op verschillende punten effectief te verhogen.

Het Nederlandse familiebedrijf wordt in veel verkiezingsprogramma’s geroemd vanwege haar maatschappelijke positie, haar gerichtheid op de lange termijn en duurzame groei. Desondanks worden familiebedrijven onder de meeste verkiezingsprogramma’s geconfronteerd met een hoger vennootschapsbelastingtarief (oplopend tot 35%) en een versobering of volledige afschaffing van de innovatiebox (het 9%-tarief voor de innovatieve winst van een onderneming). Ook maatregelen gericht op beperkingen in de verliesverrekening en internationale belastingontwijking kunnen gevolgen hebben voor het familiebedrijf. Zo stellen de meeste partijen voor om de mogelijkheden tot het aftrekken van rente verder te beperken.

Het Nederlandse fiscale stelsel wordt in steeds grotere mate beïnvloed door internationale fiscale ontwikkelingen. Nederland heeft de afgelopen jaren werk gemaakt van de implementatie van fiscale anti-ontwijkingsmaatregelen. Deze maatregelen worden door vrijwel alle partijen aangescherpt. Zo voorzien sommige partijen een digitale dienstenbelasting.

Duurzaamheid is bij deze verkiezingen duidelijk een belangrijk thema. Dat komt ook tot uitdrukking in de fiscale maatregelen die de meeste partijen zouden willen invoeren. Dat varieert van het invoeren van een kilometerheffing en vrachtwagenheffing tot aanpassingen in de vliegbelasting en energiebelasting, het belasten van de uitstoot van CO2-uitstoot, een heffing over vluchten met privévliegtuigen of een schade- en herstelheffing voor fossiele bedrijven. Enkele partijen pleiten voor minder fiscale maatregelen in de milieusfeer.

Contact

Heeft u na het lezen van deze uitgave behoefte aan een nadere toelichting op een of meer onderwerpen? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij helpen u graag verder.