Reikwijdte van de IMVO-verplichtingen

De belangrijkste verplichtingen waartoe de ondertekenende hernieuwbare energiebedrijven zich verbinden, zijn het implementeren van de '2011 UN Guiding Principles on Business and Human Rights' en 'de 2011 OECD Guidelines for Multinational Enterprises' (de VN en OESO Richtlijnen) in hun economische activiteiten. Met betrekking tot het toezicht op de naleving van de VN en OESO Richtlijnen kunnen bedrijven kiezen voor een 'voorkeurssector': zonne-energie of windenergie (of beide). Verder kunnen ondertekenaars afzien van de internationale toepassing van het Convenant, wat inhoudt dat alleen hun leveranciersketens ten aanzien van economische activiteiten in Nederland worden gemonitord. Daarnaast zullen, indien nodig, de inhoudelijke verplichtingen uit het Convenant in overeenstemming worden gebracht met de aanstaande nationale implementatie van de Richtlijn met betrekking tot duurzaamheidsrapportering (Richtlijn (EU) 2022/2464) en de komende richtlijn inzake corporate sustainability due diligence.

Zelfevaluatie en toezicht

Partijen dienen jaarlijks zelf hun prestaties te beoordelen op basis van een gezamenlijk ontwikkeld beoordelingskader. Op basis van de resultaten van deze zelfevaluatie moeten partijen concrete verbeterdoelen opstellen en delen in hun due diligence action plan (DDAP). De resultaten van deze zelfevaluatie en de individuele DDAP's worden gedeeld met het onafhankelijke secretariaat en worden op een samengevoegde en geanonimiseerde basis gebruikt om een collectief due diligence-ondersteuningsprogramma te ontwikkelen. Bovendien wordt elk jaar een voortgangsverslag gepubliceerd dat een algemeen inzicht verschaft in de vooruitgang die door de partijen is geboekt. Dit algemene inzicht bestaat uit (i) een verslag over hoe elke individuele partij heeft bijgedragen aan het bereiken van de doelstellingen van het Convenant, (ii) een geaggregeerd en geanonimiseerd verslag over de zelfevaluaties van de partijen en (iii) de collectieve doelstellingen die dat jaar zijn gerealiseerd.

Verantwoordingsmechanisme

Hoewel het Convenant technisch gezien niet op zichzelf juridisch bindend is, voorziet deze in een verantwoordingsmechanisme waarbij geschillen tussen het onafhankelijke secretariaat (als toezichthouder) en een partij met betrekking tot de naleving van de verplichten van die partij uit hoofde van het Convenant kunnen worden voorgelegd aan een onafhankelijke geschillencommissie, welke binnen één jaar na inwerkingtreding van het Convenant door de partijen zal worden opgericht. Een beslissing van de geschillencommissie is een bindend arbitraal vonnis en wordt gepubliceerd op de website van het Convenant. Daarnaast kunnen ook klachten van belanghebbenden door de geschillencommissie worden behandeld. Belanghebbenden in deze context zijn partijen die letsel, nadeel of schade van materiële betekenis hebben geleden als gevolg van een schending van een MVO-overeenkomst door een partij. Interessant om op te merken is dat de geschillencommissie een schadevergoeding kan toekennen aan een belanghebbende als de klacht gegrond is, welke beslissing dus eveneens juridisch bindend is. In het algemeen kan niet-naleving van de verplichtingen onder het Convenant ook leiden tot uitsluiting van het Convenant door de andere partijen, vergezeld met ‘naming and shaming’ op de website van het Convenant.

Collectieve acties

Een tweede belangrijk aandachtspunt van het Convenant is gelegen in het initiëren van collectieve projecten, gericht op het aanpakken van specifieke negatieve effecten en risico's, die zijn geïdentificeerd in de toeleveringsketens van de bedrijven, en, meer in het algemeen, projecten die een positief effect hebben op mensenrechten en milieukwesties. Specifieke collectieve projecten waarin het Convenant reeds voorziet zijn een collectief project over dwangarbeid in leveranciersketens van zonne-energie en een collectief project over 'een rechtvaardige transitie'.

Verspreid het woord

Het derde belangrijke aandachtspunt van het Convenant bestaat uit het verhogen van het aantal contractspartijen met als doel de collectieve invloed die ze hebben in de hernieuwbare energiesector te vergroten. Daartoe zal elke partij op haar website informatie plaatsen over haar deelname aan het Convenant en al haar externe zakenrelaties informeren over deze deelname. De partijen zijn in principe ook verplicht om hun handelspartners aan te moedigen om ook partij te worden bij het Convenant. Interessant om op te merken is dat de partijen ook specifiek verplicht zijn om het verantwoordingsmechanisme onder de aandacht te brengen, bijvoorbeeld door leveranciersbedrijven en vakbonden te informeren over de mogelijkheid voor belanghebbenden om een klacht in te dienen bij de geschillencommissie.

Bestuur

Het Convenant creëert een uitgebreide bestuursstructuur om de implementatie van het Convenant te bewerkstelligen en effectief toezicht op de naleving ervan te garanderen. Het hoogste orgaan in deze bestuursstructuur is de algemene vergadering, bestaande uit de partijen bij het Convenant. De algemene vergadering beslist onder andere over de strategische agenda en de goedkeuring van de begroting. De stuurgroep heeft als taak om de implementatie van het Convenant binnen de door de algemene vergadering gestelde grenzen te sturen en bestaat uit een vast aantal vertegenwoordigers van verschillende soorten partijen (bijv. energiebedrijven, handelsverenigingen en overheden). De werkgroepen zijn groepen die zich bezighouden met een specifiek project of doel en van de algemene vergadering het mandaat krijgen om te handelen in overeenstemming met hun doel (bijv. een werkgroep voor het werven van nieuwe deelnemers aan het Convenant). De partijen benoemen ook een onafhankelijke voorzitter die optreedt als de belangrijkste woordvoerder van het Convenant namens de partijen. De eerdergenoemde geschillencommissie wordt ingesteld om te beslissen over de gegrondheid van klachten van belanghebbenden of geschillen tussen het onafhankelijke secretariaat en een partij. Het laatste orgaan is het onafhankelijke secretariaat, dat is ondergebracht bij de Nederlandse Sociaal-Economische Raad. Tot de taken van dit secretariaat behoren het toezicht houden op de naleving van de verplichtingen van de partijen en, indien nodig, het voorleggen van geschillen aan de geschillencommissie.

Soorten deelname

Aangezien het Convenant een 'multi-stakeholder instrument' is, zijn er verschillende soorten ondertekenaars en soorten deelname. De primaire ondertekenaars zijn de partijen, zoals de hernieuwbare energiebedrijven, overheden, brancheorganisaties, NGO's, kennisinstellingen en vakbonden. Elke partij heeft verschillende verplichtingen onder het Convenant afhankelijk van de aard van diens activiteiten. Alle partijen nemen deel aan het bestuur van het Convenant, zij het met verschillende rechten en plichten (bijvoorbeeld alleen van de hernieuwbare energiebedrijven wordt verwacht dat ze financieel bijdragen aan het budget). Ten tweede kan het Convenant ook worden ondertekend in de hoedanigheid van ondersteunende organisatie, een rol die niet is weggelegd voor hernieuwbare energiebedrijven. Ondersteunende organisaties promoten het Convenant actief op hun respectievelijke platforms en in hun netwerken en dragen waar mogelijk bij aan specifieke projecten. De derde vorm van deelname is die van CAP, kort voor ‘contracting authorities and renewable energy technology platforms’ (bijv. centrale en decentrale overheden en prijsvergelijkingswebsites). CAP's verbinden zich ertoe IMVO-criteria op te nemen in hun openbare of niet-openbare aanbestedingsprocedures met betrekking tot hernieuwbare energietechnologieën.

IMVO-criteria bij aanbestedingen

Hoewel het Convenant vergaande inspanningen verwacht van hernieuwbare energiebedrijven op het gebied van IMVO en een vergaand verantwoordingsmechanisme heeft, zijn er ook voordelen verbonden aan deelname aan het Convenant. In het bijzonder verplichten CAP’s zich ertoe om de VN en OESO Richtlijnen als contractuele verplichtingen op te nemen bij het inkopen van hernieuwbare energietechnologieën door hun tegenpartijen. Daarnaast streeft de Nederlandse overheid ernaar om IMVO-criteria op te nemen in aanbestedingsprocedures voor (offshore) windvergunningen. Bedrijven die de IMVO-normen uit de VN en OESO Richtlijnen al toepassen als gevolg van hun toetreding tot het Convenant kunnen dus commercieel worden beloond, aangezien dit in toenemende mate zal resulteren in een concurrentievoordeel bij aanbestedingsprocedures. Afhankelijk van het aantal CAP’s dat toetreedt tot het Convenant, kan het uiteindelijk commercieel voordelig blijken om partij te worden bij het Convenant.

Zoals de Nederlandse minister voor Klimaat en Energie al aankondigde in een brief aan de Tweede Kamer afgelopen november, zullen IMVO-criteria al een rol spelen bij de vergelijkende toets in de komende IJmuiden Ver offshore wind aanbestedingen. Volgens de onlangs gepubliceerde conceptregelingen kunnen 40 van de in totaal 400 punten in de vergelijkende beoordeling worden verkregen door te voldoen aan IMVO-criteria. Belangrijker is dat volledige naleving van de IMVO-criteria alleen kan worden aangetoond door partij te zijn bij het Convenant of een vergelijkbaar ‘multi-stakeholder instrument'. Partij zijn bij het Convenant kan daarom al noodzakelijk blijken bij de komende offshore windaanbestedingen van IJmuiden Ver.

Wilt u weten wat het voor uw organisatie inhoudt om partij te worden bij het Convenant of hoe u zich kunt voorbereiden op de EU-wetgeving inzake due diligence en duurzaamheidsrapportage? Neem dan hieronder contact met ons op. Onze experts adviseren uw organisatie graag over deze zaken.