Hoofdlijnen Wet toekomst pensioenen
De huidige Pensioenwet kent drie typen pensioenovereenkomsten: de uitkeringsovereenkomst, de kapitaalovereenkomst en de premieovereenkomst. Pensioenopbouw is in het nieuwe pensioenstelsel alleen mogelijk op basis van een premieovereenkomst. Het gevolg hiervan is dat na inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen, partijen voor het ouderdomspensioen enkel een pensioenregeling in de vorm van een premieovereenkomst kunnen overeenkomen.
Volgens de Wet toekomst pensioenen dienen alle pensioenregelingen die worden gesloten na 1 januari 2022, een leeftijdsafhankelijke pensioenpremie te hanteren. De wet voorziet in een maximale leeftijdsonafhankelijke premie van in beginsel 30% van de pensioengrondslag. Er komt echter overgangsrecht voor premieovereenkomsten die voor 1 januari 2022 zijn gesloten. Voor deze datum gesloten premieovereenkomsten, zogenoemde beschikbare premieregelingen, bevatten namelijk een leeftijdsafhankelijke premie en dit mag zo blijven. Beschikbare premieregelingen kenmerken zich door lage pensioenpremies voor relatief jonge werknemers en hoge premies voor relatief oude werknemers.
De Wet toekomst pensioenen voorziet in een grondige herziening van het partnerpensioen. Het belangrijkste element hiervan is het partnerpensioen dat wordt uitgekeerd aan de weduwe of weduwnaar indien een werknemer voor de relevante pensioeningangsdatum komt te overlijden. De Wet toekomst pensioenen voorziet op dit punt in een partnerpensioen op risicobasis. Dit houdt in dat er bij overlijden voor pensioendatum, in principe enkel een partnerpensioen wordt uitbetaald indien de werknemer ten tijde van het overlijden bij u in dienst was.
Na de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen ontstaat van 2022 tot 2026 een transitiefase naar het nieuwe pensioenstelsel. Belangrijk daarbij is of tot inwerkingtreding van het wetsvoorstel opgebouwde pensioenen worden omgezet in een premieovereenkomst. Dit laatste wordt in pensioentermen het invaren genoemd. Werkgevers worden in verband met het bovenstaande verplicht om een transitieplan op te stellen. Dit transitieplan moet in ieder geval zien op de keuze voor een premieovereenkomst, hoe om te gaan met de bestaande aanspraken waarbij invaren het uitgangspunt is en afspraken over een (verplichte) adequate compensatie van werknemers.
Aandachtspunten bij het wijzigen van de pensioenregeling voor uw werknemers in 2022
-
Het is aan te bevelen om de voor u als werkgever relevante mogelijkheden, knelpunten en kosten als gevolg van de Wet toekomst pensioenen te inventariseren. Hierdoor bent u in staat om door het in 2022 wijzigen van uw pensioenregeling, te anticiperen op aankomende wetgeving.
-
Als u voor 1 januari 2022 overstapt naar een beschikbare premieregeling, hoeft u deze volgens het overgangsrecht niet (substantieel) te wijzigen bij de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen. Wel dient u in dat geval een separate pensioenregeling te treffen voor werknemers die u vanaf 2026 aanneemt.
-
U bent verplicht om uw werknemers te compenseren indien u de pensioenregeling voor uw werknemers wijzigt als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen. Dit is niet verplicht indien u uw pensioenregeling voor inwerkingtreding van bovengenoemde wet wijzigt. Een dergelijke wijziging vereist wel instemming van de ondernemingsraad en uw werknemers.
-
U kunt overwegen om, vooruitlopend op de inwerkingtreding van bovengenoemde wet, het partnerpensioen te versoberen. Hiermee kunt u kosten besparen.
-
Bent u als werkgever verplicht om deel te nemen in de basispensioenregeling van een bedrijfstakpensioenfonds? Dan kunt u meestal wel de door u getroffen aanvullende pensioenregeling bij dat pensioenfonds of een andere pensioenuitvoerder wijzigen.
-
De meeste contracten tussen werkgevers en pensioenuitvoerders ter uitvoering van een pensioenregeling, de zogenoemde uitvoeringsovereenkomst, hebben een opzegtermijn van zes maanden. Eindigt de door u gesloten uitvoeringsovereenkomst bijvoorbeeld per 1 januari 2022? Dan dient u deze voor 1 juli 2021 op te zeggen, indien u wilt u overstappen naar een andere pensioenuitvoerder en/of uw pensioenregeling grondig wilt wijzigen.