Verrassend genoeg lijken deze arresten niet geleid te hebben tot stevige kritische beschouwingen. Integendeel, het is opmerkelijk dat Maatman lijkt te berusten in een wijzigingsverbod jegens uit dienst getreden werknemers, zoals het Hof Den Haag heeft geoordeeld. Wel stelt Maatman dat de regeling voor werknemers gewijzigd kan worden. Die regeling kent door afhankelijkheid van het toekomstige deelnemerschap (door het dienstverband) in die zin een voorwaardelijk element. Hij vindt het arrest van Hof Amsterdam daarom onjuist. Lutjens lijkt de juistheid van beide arresten zelfs te bevestigen. Zijn
beschouwing draait primair om de rechtsvraag of nog niet verstrekte onvoorwaardelijke toeslagen die afhankelijk zijn van de loon- of prijsindex, onderdeel zijn van reeds opgebouwde pensioenaanspraken. Hij leest in het arrest van Hof Amsterdam dat zijn visie wordt gedeeld.
Het debat in de rechtsliteratuur is daarmee beperkt. Overigens leek Huijg in eerste instantie wel stevig te bepleiten dat geen enkel wijzigingsverbod bestaat voor zover de toeslagen nog geen kapitaaldekking hebben. Dat is voor mij een reden om een aanvullende reactie te schrijven.
Ingeval de contractsvrijheid volledig wordt beperkt, moeten mijns inziens hogere eisen gesteld worden aan rechtvaardiging van een dergelijk rechtsoordeel die verder gaan dan de meest overtuigende uitkomst van het bekende gevoerde ‘taal- of woordspelletje’ betreffende de pensioenaanspraak, zoals in art. 1 PW gedefinieerd. Alsdan kan niet onbesproken en niet onbeoordeeld blijven welke inzichten moeten en kunnen worden ontleend aan de gangbare interpretatiemethoden bij de uitleg van wettelijke regels, zoals de systematische en wetshistorische interpretatie. Wat is het doel en de strekking van de Pensioenwet? Wat is de plaats en de functie van art. 20 PW binnen die wet? Welke betekenis sluit aan bij het (verfijnde) rechtssysteem in Nederland en de genuanceerd gedefinieerde geldende rechtsbeginselen zoals het recht op contractsvrijheid? Ik zal onderstaand aangeven dat een wijzigingsverbod niet goed te rechtvaardigen valt. Tot slot maak ik nog een aantal relevante opmerkingen ten aanzien van de betogen van Maatman en Lutjens.
Het volledige artikel kunt u downloaden onderaan deze pagina.
Dit artikel is geschreven door: Robin van der Ham en is eerder gepubliceerd in het tijdschrift voor Pensioentijdschriften.
Downloads
Tijdschrift voor Pensioenvraagstukken