Op 6 september 2024 is aangekondigd dat per 1 januari 2025 het handhavingsmoratorium zal worden opgeheven. In dit kader verwijzen wij graag naar ons eerdere nieuwsbericht. Deze aankondiging heeft gezorgd voor de nodige onrust onder zzp’ers en opdrachtgevers. Om deze rust terug te laten keren, hebben verschillende Tweede Kamer partijen aangegeven dat er moet worden gekozen voor een andere handhavingsstrategie, in ieder geval voor het eerste jaar (i.e., 2025). Verschillende moties zijn hiervoor ingediend.
De Tweede Kamer heeft op 1 oktober 2024 de volgende moties aangenomen waarin zij de regering verzoekt:
- De handhavingsstrategie te wijzigen, om zo een zachtere landing te introduceren bij het opheffen van het handhavingsmoratorium door voorlopig, voor in ieder geval één jaar, risicogericht te gaan handhaven, met de focus op probleemgevallen zoals gedwongen zelfstandigheid, onderbetaling, evidente schijnzelfstandigen en arbeidsmigratieconstructies, door naheffingen op te leggen bij deze probleemgevallen. In de overige gevallen moet bij de keuze van inzet van handhavingsinstrumenten, waaronder een waarschuwing vooraf, zo veel mogelijk rekening worden gehouden met de menselijke maat en maatwerk.
- Te faciliteren dat vooroverleg over de beoordeling van arbeidsrelaties een belangrijk onderdeel wordt van het verkrijgen van duidelijkheid vooraf en om al goedgekeurde modelovereenkomsten effectief van kracht te laten blijven na 1 januari 2025.
- In de handhaving coulant om te gaan met onbewust onbekwame zelfstandigen en niet direct over te gaan tot het opleggen van boeten bij deze categorie opdrachtgevers en opdrachtnemers, de toepassing hiervan te monitoren en de Tweede Kamer halfjaarlijks over de resultaten hiervan te informeren.
- Om voor 1 november 2024 een duidelijk afwegingskader voor handhaving te publiceren op de website van de Belastingdienst.
Ook de volgende moties zijn aangenomen:
- Motie over ervoor te zorgen dat per 1 januari 2025 geen schijnzelfstandigen meer werkzaam zijn binnen de Rijksdienst.
- Motie over verkennen hoe de agrarische sector kan worden uitgezonderd van de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen.
Ondanks de motie om de handhavingsstrategie te wijzigen, om zo een zachtere landing te introduceren bij het opheffen van het handhavingsmoratorium, verwachten wij dat er vooralsnog geen drastische koerswijzigingen zullen plaatsvinden, aangezien deze moties in lijn zijn met de intentie van zowel het kabinet als namens de Belastingdienst, zoals ook in de verschillende debatten is geuit. Tijdens het commissiedebat heeft het kabinet al aangegeven dat er niet hysterisch gecontroleerd zal worden, er voor een zachte landing zal worden gezorgd en het toezicht op een menselijke wijze zal plaatsvinden. In dit kader verwijzen wij graag naar ons eerdere nieuwsbericht.
Wij zullen moeten afwachten hoe het kabinet op deze moties zal reageren en of de Belastingdienst niet in strijd met het voorgenomen beleid van het kabinet toch een andere lijn zal inzetten.
Voorlichtingscampagne Ministerie van SZW
Inmiddels is het Ministerie van SZW een voorlichtingscampagne gestart in het kader van het opheffen van het handhavingsmoratorium. In dit kader is er een website gelanceerd met informatie en een keuzehulp om het werknemers en werkgevers duidelijk te maken wanneer iemand als zzp’er werkt of in loondienst. Deze keuzehulp stelt tien vragen aan de hand van kenmerken die volgens het Ministerie van SZW horen bij een opdracht als zzp’er of bij loondienst. Uit de keuzehulp volgt geen conclusie maar enkel het advies ‘samen het gesprek aan te gaan voor het juiste contract’.
Daarnaast geeft het Ministerie van SZW in een brochure “ZZP, ja of nee” voorbeelden van tien concrete situaties of er sprake is van een zzp’er volgens het Ministerie van SZW. Het is opvallend dat deze voorbeelden overeenkomen met de voorbeelden in de Memorie van Toelichting van de conceptwet VBAR en dus niets nieuws bevatten. Nu alle omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang bekeken dienen te worden voor de vraag of iemand als schijnzelfstandige werkt, is het belang van de brochure naar onze mening gering en neemt de onduidelijkheid niet weg.
Mocht u vragen hebben over het bovenstaande, dan kunt u contact opnemen met uw gebruikelijke contactpersoon of met een van de belastingadviseurs van ons Employment & Benefits team.