Achtergrond

De 30%-regeling is een fiscale regeling voor buitenlandse werknemers met een specifieke deskundigheid die in Nederland komen werken. Met deze regeling kan, onder voorwaarden, de werkgever maximaal 30% van het gemaximeerde loon tot aan de WNT-norm (Gemaximeerde Loon, in 2025: € 246.000) van de werknemer belastingvrij verstrekken. De 30%-regeling is in de afgelopen jaren versoberd. 

Een van deze versoberingen betrof de stapsgewijze afbouw van de 30%-regeling naar een 10%-regeling vanaf 1 januari 2024. Dit hield in dat, voor nieuwe aanvragen vanaf 1 januari 2024, de belastingvrije vergoeding van 30% nog slechts verstrekt zou worden in de eerste 20 maanden van de looptijd. In de daaropvolgende 20 maanden zou de maximale onbelaste vergoeding 20% van het loon bedragen en in de laatste 20 maanden van de looptijd zou dit percentage naar 10% dalen.

De invoering van de stapsgewijze afbouw van de 30%-regeling naar een 10%-regeling heeft veel reacties opgeroepen binnen het Nederlandse bedrijfsleven. Naar aanleiding van deze reacties is er in het afgelopen jaar door het Ministerie van Financiën een onderzoek gedaan naar de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de 30%-regeling en de ET-regeling. Uit dit onderzoek is gebleken dat de stapsgewijze afbouw een negatief effect heeft op het Nederlandse vestigingsklimaat en het aanhouden van een vast forfait lagere uitvoeringslasten met zich meebrengt.

Daarom zal per 1 januari 2025 de versobering van de 30%-regeling gedeeltelijk worden teruggedraaid.

Introductie 27%-regeling

Het kabinet heeft voorgesteld om met ingang van 1 januari 2027 een vast forfait van maximaal 27% van het Gemaximeerde Loon te introduceren. Hiermee wordt de 30%-regeling in feite een 27%-regeling. Voor de jaren 2025 en 2026 zal het forfait voor alle ingekomen werknemers maximaal 30% van het Gemaximeerde Loon bedragen.

Verhoging salarisnormen

Om in aanmerking te komen voor de 30%-regeling dient de ingekomen werknemer specifieke deskundigheid te bezitten die op de Nederlandse arbeidsmarkt niet of schaars aanwezig is. Dit deskundigheidsvereiste wordt in beginsel bepaald aan de hand van de salarisnorm. In 2024 geldt dat een ingekomen werknemer specifieke deskundigheid bezit als deze ingekomen werknemer een belastbaar loon heeft van meer dan € 46.107. Voor ingekomen werknemers onder de 30 jaar met een kwalificerend masterdiploma betreft deze salarisnorm € 35.048 in 2024.

Het kabinet heeft voorts voorgesteld om genoemde de salarisnormen per 1 januari 2027 te verhogen. Deze verhogingen gaan verder dan de gebruikelijke indexatie. De salarisnorm zal dan stijgen van € 46.107 naar € 50.436 (onder voorbehoud van indexatie). Voor ingekomen werknemers onder de 30 jaar met een kwalificerend masterdiploma wordt dit bedrag verhoogd van € 35.048 naar € 38.338 (onder voorbehoud van indexatie). Wij merken hierbij op dat de salarisnormen jaarlijks worden geïndexeerd. Dit betekent dat er per 1 januari 2025 een verhoging zal plaatsvinden van de salarisnormen, los van de eerder genoemde verhoging per 1 januari 2027.

Overgangsregelingen

De volgende overgangsregelingen zijn aangekondigd:

  • Ingekomen werknemers die vóór 2024 de 30%-regeling hebben toegepast

Voor deze groep blijft het vaste percentage van 30% van kracht gedurende de gehele looptijd van de 30%-regeling. Bovendien behouden zij de oude (geïndexeerde) salarisnormen. Deze groep wordt niet geconfronteerd met de 27%-regeling en de verhoging van de salarisnormen per 1 januari 2027.

  • Ingekomen werknemers die in 2024 de 30%-regeling voor het eerst hebben toegepast

Voor deze groep geldt het vaste forfait van 27% met ingang van 1 januari 2027. Wel behouden zij de oude (geïndexeerde) salarisnormen gedurende de gehele looptijd.

  • Ingekomen werknemers die in het jaar 2025 en verder de 30%-regeling voor het eerst zullen toepassen

Voor deze groep zal geen overgangsrecht gelden. Voor deze groep zal per 1 januari 2027 de 27%-regeling van toepassing zijn en de verhoogde salarisnormen (onder voorbehoud van indexatie).

Overgangsrecht en wisseling werkgever

Bij een wisseling van werkgever zal het overgangsrecht van toepassing blijven bij de nieuwe werkgever, mits binnen drie maanden na beëindiging van de dienstbetrekking bij de oude werkgever een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt gesloten.

Partiële buitenlands belastingplicht en WNT-norm

De afschaffing van de partiële buitenlandse belastingplicht per 1 januari 2025 blijft ongewijzigd. Ook zal de aftopping van de 30%-regeling tot aan het Gemaximeerde Loon ongewijzigd blijven.   

Uitgezonden werknemers

Voor de groep uitgezonden werknemers wordt voorgesteld om het maximale forfait te beperken tot 27%. In tegenstelling tot ingekomen werknemers, zal er geen uitzondering worden gemaakt voor werknemers van wie de uitzending voor 2024 al is aangevangen. Wel zal het forfait in de jaren 2025 en 2026 voor alle uitgezonden werknemers maximaal 30% zijn.

Hoe verder?

Ondanks dat de versobering gedeeltelijk is teruggedraaid, brengt deze wijziging aanzienlijke administratieve lasten met zich mee, met name voor salarisprofessionals. Het is van groot belang om zorgvuldig na te gaan welke salarisnormen van toepassing zullen zijn voor de werknemers.

Het Belastingplan 2025, inclusief de nota’s, dient nog te worden aangenomen door het parlement. Indien het parlement akkoord gaat met de voorstellen, dan kunnen deze wijzigingen voor bepaalde werknemers gevolgen hebben.

Heeft u na het lezen van dit nieuwsbericht behoefte aan een nadere toelichting over de potentiële gevolgen? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze belastingadviseurs van ons Employment & Benefits team. Wij helpen u graag verder.