Inleiding

Aanleiding voor de Kamerbrief van 10 april 2024 is gelegen in de wens om het huidige wettelijke verlofstelsel, zoals neergelegd in de Wet arbeid en zorg (Wazo), te vereenvoudigen. Volgens de minister bevat de Wazo door herhaaldelijke uitbreidingen en wijzigingen inmiddels een uitgebreid, maar tegelijkertijd onoverzichtelijk geheel aan verlofregelingen. Dit brengt het risico met zich mee dat werknemers geen optimale keuzes maken bij het opnemen van verlof, of zelfs helemaal geen verlof opnemen. En dat leidt er weer toe dat de doelstellingen van de Wazo, zoals, onder andere, het faciliteren van een goede balans tussen werk en privé en het stimuleren van de arbeidsparticipatie en daarmee de economische zelfstandigheid van met name vrouwen, in het gedrang komen.

Momenteel zijn er tien verschillende wettelijke verlofregelingen die kunnen bijdragen aan een goede balans tussen werk en zorg voor kinderen en andere naasten. Het kabinet acht het daarom van groot belang dat iedereen weet welke wettelijke verlofregelingen er zijn en welke voorwaarden daaraan verbonden zijn. De vereenvoudiging van het huidige stelsel zal hieraan bijdragen.

De verschillende mogelijkheden die in de Kamerbrief worden beschreven, zijn gebaseerd op het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). Voordat wordt ingegaan op de verschillende scenario’s om tot de gewenste vereenvoudiging te komen, bespreken we eerst kort het advies van de SER. We sluiten af met de verwachte tijdslijnen met betrekking tot de eventuele vereenvoudiging van het wettelijk verlofstelsel.

SER-advies Balans in maatschappelijk verlof

De SER heeft in december 2023 een advies over maatschappelijk verlof uitgebracht. 

De SER constateert dat de huidige verlofregelingen complex zijn voor zowel werkgevers, werknemers als het UWV en adviseert het kabinet om een vernieuwing van het verlofstelsel te implementeren. Daarnaast merkt de SER op dat niet iedereen die daarvoor in aanmerking komt, ook daadwerkelijk verlof opneemt. Redenen daarvoor zijn: financiële afwegingen, een organisatiecultuur waarin verlof niet vanzelf spreekt, of de verwachting van de werknemer dat het werk of de loopbaan verlof niet zou toelaten. Ook spelen onbekendheid met regelingen, persoonlijke keuzes en omstandigheden een rol. Voorts is de huidige lastenverdeling tussen overheid, werkgevers en werknemers volgens de SER onvoldoende in balans. Momenteel dragen werkgevers en werknemers in aanzienlijke mate zelf de lasten van betaald (aanvullend) geboorte- en ouderschapsverlof, terwijl de bijdrage vanuit de overheid beperkt is.

De SER heeft daarom drie belangrijke uitgangspunten geformuleerd voor vernieuwing van het verlofstelsel: (i) meer eenduidigheid en toegankelijkheid, (ii) een betere balans in financiële verantwoordelijkheid en zeggenschap, en (iii) het bevorderen van goed overleg tussen werkgevers en werknemers over verlofopname. Op basis van deze uitgangspunten raadt de SER een nieuw 'maatschappelijk verlofstelsel' aan, bestaande uit drie pijlers: zorg voor kinderen, zorg voor naasten en persoonlijk verlof.

Scenario’s vereenvoudiging verlofstelsel

In de recente Kamerbrief worden de vereenvoudigingsmogelijkheden van het verlofstelsel gepresenteerd in de vorm van scenario’s. Uitgangspunt bij deze scenario’s is uniformiteit in voorwaarden en administratieve verplichtingen binnen de verschillende verlofcategorieën, om het voor zowel werknemers als werkgevers gemakkelijker te maken om verlof op te nemen. Voor ieder scenario zijn de belangrijkste beleidsmatige en financiële gevolgen weergegeven. Bij het opstellen van de scenario’s is aangesloten bij de drie pijlers uit het hierboven besproken SER-advies.

Cluster 1: Zorg voor kinderen

Onder dit cluster vallen het huidige zwangerschaps- en bevallingsverlof, het (aanvullend) geboorteverlof, het adoptie en pleegzorgverlof en het (betaald) ouderschapsverlof.

De vijf verschillende uitgewerkte scenario’s binnen dit cluster bevatten voornamelijk varianten tot integratie en uitbreiding van de regelingen, maar ook een scenario waarbij de huidige regelingen worden verkort. De financiële gevolgen van de scenario’s lopen sterk uiteen. In het merendeel van de scenario’s wordt een (gelijk aan de huidige) betalingshoogte van 70% van het loon voorgesteld. Aangezien financiële redenen een rol kunnen spelen bij het niet-gebruik van verlof, is ook een scenario opgenomen waarbij is bepaald dat minimaal het wettelijk minimumloon dient te worden uitbetaald. Tot slot ziet één van de scenario’s op het verhogen van de betalingshoogte naar 100% van het loon. Hoewel dit de toegankelijkheid voor de rechthebbenden verbetert, brengt dit aanzienlijke financiële gevolgen met zich mee voor de overheid en werkgevers.

Cluster 2: Zorg voor naasten

Tot het cluster zorg voor naasten behoren het huidige kort- en langdurend zorgverlof. De verlofregelingen in dit cluster faciliteren de combinatie van werk en mantelzorg. 

Binnen het cluster zorg voor naasten zijn twee scenario’s uitgewerkt met varianten voor integratie en uitbreiding van het kort- en het langdurend zorgverlof. In het eerste scenario zijn beide bestaande zorgverlofregelingen samengevoegd tot één zorgverlofregeling van acht weken per jaar, waarvan de eerste twee weken met een betalingshoogte van 70% van het loon. De verlofduur en betalingshoogte is daarmee gelijk aan de huidige situatie. Daarnaast is een scenario opgenomen waarmee het zorgverlof toegankelijker wordt, door de volledige verlofduur van acht weken per jaar met een betaling van 70% van het loon te introduceren.

Cluster 3: Persoonlijke situaties

Het derde cluster ziet op de verlofregelingen voor ‘persoonlijke situaties’. In het huidige verlofstelsel vallen alleen het calamiteiten- en ander kort verzuimverlof onder dit cluster. Er zijn binnen dit cluster geen scenario’s uitgewerkt. Het gaat volgens de minister om een niet-limitatieve regeling voor uiteenlopende omstandigheden waarbij steeds maatwerk nodig is. Te denken valt aan verlof voor zeer dringende, onverwachte of bijzondere persoonlijke situaties. Denk hierbij aan de situatie dat een ziek kind van school moet worden gehaald of het overlijden van een direct familielid. Mogelijke toekomstige vormen van verlof zoals bijvoorbeeld transitieverlof en rouwverlof zouden hier ook onder kunnen vallen.

Vervolg

Gezien de mogelijke (financiële) impact van de keuze in de wijze waarop het verlofstelsel zal worden gewijzigd, is het volgens het huidige kabinet aan een volgend kabinet om het proces van vereenvoudiging van het huidige verlofstelsel verder voort te zetten. Dit betekent dat, hoewel de eerste stappen naar een vernieuwd verlofstelsel zijn gezet, het nog een behoorlijke tijd kan duren voordat er een nieuw verlofstelstel ligt. Nadat een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer is ingediend, zal het wetsvoorstel nog door de Tweede Kamer moeten worden behandeld en door de Eerste Kamer moeten worden aangenomen, alvorens dit in werking treedt. 

Uiteraard blijven wij de ontwikkelingen op de voet volgen. Mocht u vragen hebben naar aanleiding van bovenstaand nieuwsbericht, neem dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.