Het ging in deze zaak om een voormalig kantoorpand dat ten tijde van de verkrijging aan de binnenzijde volledig was gesloopt en waarbij een aanvang was gemaakt met de opbouwwerkzaamheden tot woning. Ondanks dat de transformatie van kantoor naar woning ten tijde van de verkrijging nog niet was afgerond en de benodigde woonvoorzieningen nog niet waren aangebracht, oordeelde de Hoge Raad in navolging van Hof Den Haag dat het 2% tarief voor woningen van toepassing is.
De Hoge Raad (29 november 2019) achtte hierbij van belang dat een appartementsrecht werd verkregen op een deel van het gebouw dat was voorbereid op het aanbrengen van woonvoorzieningen, zodat dat deel van het gebouw geschikt kon worden gemaakt voor bewoning. Bovendien kon het gebouw niet meer met beperkte aanpassingen geschikt worden gemaakt voor zijn oorspronkelijke kantoorfunctie.
Met dit oordeel ontstaat voor de vastgoedpraktijk meer duidelijkheid over de toepassing van het 2%-tarief bij transformatieprojecten. Zo zal het 2%-tarief al van toepassing kunnen zijn als ten tijde van levering een aanvang is gemaakt met de opbouwwerkzaamheden tot woning.