Update 31 mei 2021 – Het (demissionaire) kabinet heeft op 28 mei 2021 aangegeven dat zij de BIK-regeling met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 zal intrekken. Het kabinet heeft hiervoor een wetsvoorstel van die strekking aan de Raad van State aangeboden. Als alternatief op de BIK stelt het kabinet voor om de AWf-premie voor werkgevers in 2021 te verlagen, zo mogelijk per 1 augustus 2021.
Bent u als ondernemer een investeringsverplichting aangegaan, waarbij u ervan uit ging dat u voor de BIK in aanmerking zou komen? Dan kunt u er helaas niet vanuit gaan dat u aanspraak maakt op de BIK.
Download hier de pdf-versie.
1. Beperking verliesverrekening in de vennootschapsbelasting
De eerste nota van wijziging op het Belastingplan 2021 bevat een voorstel tot aanpassing van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting. De verliesverrekening voor ondernemers in de inkomstenbelasting (box 1) en voor aanmerkelijk belanghouders (box 2) wordt niet gewijzigd.
Aanpassingen verliesverrekening
De huidige voorwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting is beperkt tot zes jaar (en negen jaar voor verliezen die zijn ontstaan in boekjaren tot 2019). Het kabinet stelt voor om per
1 januari 2022 een in de tijd onbeperkte voorwaartse verliesverrekening in te voeren waarbij de verliesverrekening wordt beperkt tot 50% van de belastbare winst voor zover deze winst hoger is dan € 1.000.000. De maatregel is erop gericht te voorkomen dat bedrijven met winstgevende activiteiten in Nederland jaren achtereen geen vennootschapsbelasting betalen. Deze versobering zou reden kunnen zijn om na te denken of er mogelijkheden zijn om nog in 2021 bestaande verliezen (zonder beperking in omvang) te verrekenen.
Voorbeeld
- Een belastingplichtige lijdt in 2020 een verlies van € 2.000.000 en in 2021 een verlies van
€ 3.000.000. De totale verrekenbare verliezen bedragen eind 2021 daarom € 5.000.000. - In 2022 behaalt de belastingplichtige een belastbare winst van € 4.000.000.
Van de totale verrekenbare verliezen wordt in 2022 eerst een bedrag van € 1.000.000 verrekend. Vervolgens worden de verliezen verrekend tot een bedrag van 50% van het restant aan belastbare winst (€ 3.000.000), zijnde € 1.500.000. Het belastbare bedrag na verliesverrekening bedraagt in 2022 dan € 1.500.000. Daarover is vennootschapsbelasting verschuldigd.
Eind 2022 resteert een bedrag van € 2.500.000 aan verrekenbare verliezen (€ 5.000.000 -
€ 1.000.000 - € 1.500.000) dat onbeperkt in de tijd kan worden meegenomen naar de volgende jaren.
Maximering geldt ook voor achterwaartse verliesverrekening
De voorgestelde maximering in de verliesverrekening zal ook van toepassing zijn bij achterwaartse verliesverrekening. De termijn voor achterwaartse verliesverrekening blijft ongewijzigd op één jaar.
Aanpassing geldt ook voor bestaande verliezen
Het voorstel voorziet niet in overgangsrecht. De aanpassing naar een stelsel van in de tijd onbeperkte voorwaartse verliesverrekening met maximering in bedrag zal daarom ook van toepassing zijn op alle per 1 januari 2022 bestaande nog voorwaarts verrekenbare verliezen. Voor zover dergelijke verliezen in het verleden (tot 2019) zijn aangemerkt als ‘houdsterverliezen’, blijven zij die kwalificatie ook na 1 januari 2022 behouden.
Indien deze wetswijziging wordt aangenomen, kan dit gevolgen hebben voor latente belastingposities in de jaarrekening. Het is daarom raadzaam om de gevolgen van het wetsvoorstel voor de jaarrekening tijdig na te gaan.
2. Invoering Baangerelateerde investeringskorting
In de tweede nota van wijziging op het Belastingplan 2021 is de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) uitgewerkt. De BIK is een tijdelijke subsidieregeling voor investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen die is vormgegeven als een afdrachtvermindering in de loonbelasting.
Doel
Het doel van de regeling is om ondernemers te stimuleren om in 2021 en 2022 investeringen in bedrijfsmiddelen te doen of om geplande investeringen naar voren te halen. Hierdoor wordt de door de coronacrisis ontstane laagconjunctuur gedempt en wordt de werkgelegenheid op korte termijn bevorderd. Mede om die reden is de regeling vormgegeven als een afdrachtvermindering in de loonbelasting. Dit betekent enerzijds dat de subsidie kan worden geclaimd als de onderneming geen winst maakt, maar anderzijds dat de subsidie alleen kan worden verzilverd als er voldoende loonheffing wordt ingehouden. Dit zal alleen het geval zijn als er voldoende personeel bij de investerende vennootschap werkzaam blijft.
Nieuwe bedrijfsmiddelen
De BIK-afdrachtvermindering is gericht op investeringen in nieuwe – niet eerder gebruikte – bedrijfsmiddelen waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. De investering moet in 2021 of 2022 volledig zijn betaald en moet uiterlijk 6 maanden nadat de laatste betaling heeft plaatsgevonden in gebruik zijn genomen. Een beslissing tot investering wordt geacht te zijn genomen op of na 1 oktober 2020, indien aannemelijk kan worden gemaakt dat de contractuele verplichting (koopovereenkomst) op of na die datum is aangegaan.
Tijdelijke aanvulling op bestaande stimuleringsregelingen
De BIK is een tijdelijke aanvulling op de reeds bestaande stimuleringsregelingen (aftrekposten), zoals de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de Energie-investeringsaftrek (EIA), de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving van milieu-investeringen (VAMIL). Het is dus mogelijk dat voor hetzelfde bedrijfsmiddel zowel bijvoorbeeld de MIA, de VAMIL als de BIK geclaimd kunnen worden.
BIK-inhoudingsplichtigen
De BIK is van toepassing op inhoudingsplichtigen voor de loonbelasting die tevens worden aangemerkt als belastingplichtige voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting en voor zover zij gebruik zouden kunnen maken van de KIA indien de investeringsstaffel die geldt voor de KIA niet zou gelden (BIK-inhoudingsplichtigen). Voor de toepassing van de BIK wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de voor de KIA gangbare begrippen. Dit betekent dat de bestaande bepalingen van de KIA die regelen welke bedrijfsmiddelen hiervoor kwalificeren, welke bedrijven in aanmerking komen en welke voorwaarden gelden ten aanzien van de investering, grotendeels van overeenkomstige toepassing zijn op de BIK. Zo is de BIK niet van toepassing op de volgende investeringen:
- investeringen in bepaalde bedrijfsmiddelen, zoals woonhuizen, grond, dieren, vaartuigen voor representatieve doeleinden, effecten, vorderingen, goodwill en publiekrechtelijke vergunningen;
- investeringen in personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer;
- investeringen in bedrijfsmiddelen die zijn bestemd voor verhuur;
- investeringen waarvoor verplichtingen worden aangegaan tegenover personen die behoren tot hetzelfde huishouden, bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, personen die behoren tot hun huishouden of verbonden lichamen.
Fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting
Omdat het mogelijk is dat personeel en investeringen niet gelijkelijk verdeeld zijn binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting, wordt het mogelijk gemaakt dat ook investeringen van onderdelen binnen een fiscale eenheid die niet inhoudingsplichtig zijn voor de loonheffingen in aanmerking kunnen komen voor de BIK-afdrachtvermindering. Er kan dan naar keuze één vennootschap binnen de fiscale eenheid worden aangewezen als BIK-inhoudingsplichtige.
Omvang van de afdrachtvermindering
Ingevolge de BIK kunnen ondernemingen 3% van hun investeringen tot € 5 miljoen per kalenderjaar en 2,44% van hun investeringen voor het meerdere in mindering brengen op hun afdracht loonheffing (loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen). De minimale investering waarvoor de BIK kan worden geclaimd bedraagt € 20.000 per kalenderjaar, waarbij de investering per bedrijfsmiddel minimaal € 1.500 dient te zijn.
BIK-verklaring
Aanvragen tot toekenning van de BIK (maximaal 4 per jaar) moeten worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Deze zal ook de aanvraag beoordelen. Als de aanvraag wordt goedgekeurd zal een ‘BIK-verklaring’ worden afgeven op basis waarvan de inhoudingsplichtige de afdrachtvermindering kan toepassen. De Belastingdienst kan vervolgens aan de hand van de afgegeven BIK-verklaringen beoordelen of de inhoudingsplichtige het bedrag van de afdrachtvermindering terecht en tot het juiste bedrag in de loonaangifte heeft toegepast.
De BIK kan voor het eerst worden aangevraagd op 1 september 2021. Omdat de BIK een tijdelijke subsidieregeling is, vervalt deze per 1 januari 2023. Voor investeringen die in 2022 zijn gedaan kan nog tot drie maanden na 2022 een aanvraag worden ingediend.
De afdrachtvermindering dient te worden geclaimd in het kalenderjaar waarin de BIK-verklaring door RVO is afgegeven, waarbij de afdrachtvermindering verdeeld over het jaar kan worden verzilverd. Het uitgangspunt daarbij is dat de verzilvering plaatsvindt door verrekening in de nog resterende loonaangiften van het betreffende kalenderjaar. De af te dragen loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen kan daarbij echter niet verder dan tot nihil worden verminderd. Als de BIK hierdoor niet volledig kan worden verzilverd, kan de BIK worden teruggewenteld naar verstreken tijdvakken in het kalenderjaar waarin de BIK-beschikking is afgegeven. Hiertoe dienen dan correctieberichten loonbelasting te worden ingediend.
Contact
Heeft u vragen over deze nieuwsbrief? Of heeft u interesse in een vrijblijvend kennismakingsgesprek? Neem dan contact op met uw Loyens & Loeff-adviseur of met een van onze adviseurs van het team Family Owned Business & Private Wealth. Wij zijn u graag van dienst bij het in kaart brengen van de gevolgen van de voorgestelde maatregelen in uw situatie.
Disclaimer
Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.