Scheidingsnoodzaak
Uit de zogenaamde zwerfafvalmonitor blijkt dat het aandeel blikjes in het zwerfafval voor de tweede keer op rij toeneemt. Het aandeel blikjes is zelfs tweemaal zo hoog als het aandeel van de plastic flesjes (waarvoor al een statiegeld wordt ingevoerd). Hiermee staat vast dat de eerder gestelde doelstelling van een vermindering van blikjes in het zwerfafval van minimaal 70% in 2021 niet langer haalbaar is. Hierop heeft de regering besloten in te grijpen en ook op metaalverpakkingen tot 3 liter – de welbekende blikjes – een statiegeld in te voeren. Ook wordt producenten de verplichting opgelegd om 90% van de verpakkingen die zij op de markt zetten te recyclen.
Door statiegeld in te voeren en een recycleplicht op te leggen denkt de regering een grote stap te maken richting de ‘circulaire economie’. Momenteel wordt 77% van de blikjes gerecycled, na de maatregel moet dat ongeveer 97% worden. Door deze extra recycling wordt voorkomen dat nieuwe blikjes moeten worden gemaakt. Daarmee zou dan weer 23 kiloton CO2 worden bespaard (vergelijkbaar met grofweg 140 duizend kilometer met een dieselauto rijden).
Statiegeld
Net als bij de plastic fles wordt ook ten aanzien van blikjes het statiegeldbedrag vastgesteld op 15 cent, maar dit neemt niet weg dat het producenten vrij staat om een hoger statiegeldbedrag te hanteren. De statiegeldverplichting ziet op alle metalen drankverpakkingen, ongeacht de dranksoort die zij bevatten. Dit in tegenstelling tot de plastic flesjes, waarbij de statiegeldverplichting niet geldt voor sap en zuivel.
De producenten zijn verantwoordelijk voor het opzetten van het statiegeldsysteem en dragen hiervoor tevens de kosten. Ook geldt er voor deze partijen een verslagleggingsverplichting. Door deze statiegeldverplichtingen op te leggen aan de producenten en importeurs wordt aangesloten bij de verplichtingen zoals die al voor hen gelden op grond van het Besluit beheer verpakkingen 2014. Dit maakt dat sprake is van dezelfde normadressant, wat uiteindelijk de handhaving vereenvoudigt.
De horeca alsmede kleine verkopers zijn – zoals dat ook bij het statiegeld op plastic flesjes het geval is – ontheven van een innameverplichting.
Invoering nieuwe doelstelling
Naast een statiegeldverplichting wordt er ook een nieuwe doelstelling geïntroduceerd met betrekking tot het gescheiden verzamelen van metalen verpakkingen. De producent of importeur van de blikjes wordt verplicht om per kalenderjaar ten minste 90 gewichtsprocent van het totaal van het door hem in dat jaar in Nederland in de handel gebrachte metalen drankverpakkingen gescheiden in te zamelen. Dit kan onder bepaalde voorwaarden worden verlaagd naar 80%. Deze doelstelling treedt later in werking (per 1 januari 2024) en sluit aan bij de verplichtingen zoals opgenomen in het Besluit beheer verpakkingen 2014 ten aanzien van plastic flesjes.
Niet iedere producent hoeft nu zijn eigen inzamelingsketen op te zetten; producenten kunnen hier ook gezamenlijk een systeem voor opzetten. De meest voor de hand liggende optie is dat bedrijven zich aansluiten bij het al bestaande programma van het Stichting Afvalfonds Verpakkingen. Tegen betaling van een bijdrage kunnen bedrijven aan dat programma meedoen en zorgt het Afvalfonds voor de gescheiden inzameling bij de verschillende verkooppunten.
Overigens geldt dat er meer inzamelingspunten komen voor blikjes (en andere statiegeldverpakkingen). Naast supermarkten zullen straks ook tankstations, treinstations en grote cateraars blikjes moeten innemen (en statiegeld retourneren). Daarnaast moeten de blikjes zelf ook een aanduiding bevatten dat statiegeld van toepassing is. De nieuwe regeling treft dus niet alleen producenten, maar ook consumenten en verkooppunten.
Het risico dat een grootschalige verschuiving plaatsvindt van metalen drankverpakkingen naar bijvoorbeeld drankkartons acht de Staatssecretaris niet aannemelijk. Dit soort verpakkingen zijn vaak namelijk niet geschikt voor frisdranken met koolzuur en alcoholhoudende drank. Dat neemt niet weg dat na de inwerkingtreding van het statiegeldsysteem erop zal worden toegezien of dit risico zich toch niet zal verwezenlijken. Mochten dergelijke verschuivingen naar andersoortige verpakkingen plaatsvinden dan kan dat reden zijn om bijvoorbeeld de verpakkingssoorten waarop de statiegeldverplichtingen van toepassing zijn te verruimen.
Overgangstermijn
De verplichting om statiegeld toe te passen op blikjes gaat pas tegen 2023 in, maar er is nog wel de nodige voorbereiding te treffen. Per jaar worden namelijk ruim 2 miljard blikjes ‘verbruikt’, dus het wordt een hele opgave om een aanvullende capaciteit vrij te maken in de inzameling. Hierbij moeten nieuwe machines worden geïnstalleerd (om blikjes in te nemen), maar ook moeten inzamelingspunten ruimte vrijmaken om (1,8 miljard) statiegeldblikjes op te slaan. Er is dus nog even te gaan voor het statiegeld wordt ingevoerd, maar die tijd is ook wel nodig.
Dit artikel is geschreven door: Morwarid Hashemi en Victor van Ahee en is eerder gepubliceerd in De Jurist.