Samenvatting wetsvoorstel
Het wetsvoorstel Wibz beoogt de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg- en jeugdhulp te waarborgen door een aantal wetten te wijzigen. Het wetsvoorstel Wibz introduceert bepalingen om een integere bedrijfsvoering te borgen en voorwaarden te kunnen stellen aan het uitkeren van winst door zorg- en jeugdhulpaanbieders. Daarnaast krijgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) extra handvatten op daarop toe te zien.
Meer informatie over het initiële wetsvoorstel kunt u lezen in deze blog van Dieuwke Hooft Graafland van ons Healthcare & Life Sciences Team. Ook schreef zij eerder deze blog over de politieke ontwikkelingen ten aanzien van private equity in de zorg en winstuitkeringen, waarin ook het (kritische) advies van de Raad van State uitgebreider aan bod komt.
De reactie van de Raad van State op het initiële wetsvoorstel was kritisch en de Raad van State adviseerde het wetsvoorstel niet in te dienen bij de Tweede Kamer. Volgens de Raad van State:
- bevatte het wetsvoorstel geen duidelijke probleemanalyse;
- was er niet voldoende aanleiding om de voorgestelde maatregelen te treffen;
- moeten de voorwaarden voor winstuitkeringen niet in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB), maar in een wet geregeld worden; en
- bestaat met de voorgestelde regeling een risico op afwijking van de governancecodes in de zorg.
Gewijzigd wetsvoorstel
Voorwaarden winstuitkering in de Wmg
De Wibz is op enkele punten gewijzigd. De voorwaarden voor winstuitkeringen door zorg- en jeugdhulpaanbieders die winst mogen uitkeren worden met inwerkingtreding van de Wibz vastgelegd in de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), in plaats van per AMvB. Hiermee wordt aangesloten bij de advisering van de Raad van State. Deze vastlegging draagt bij aan de rechtszekerheid; het is immers lastiger een wet te wijzigen dan een AMvB te wijzigen. Volgens de gewijzigde Wibz gelden de volgende voorwaarden voor winstuitkering:
- In het boekjaar waarover de winstuitkering wordt gedaan:
- heeft de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) geen maatregel opgelegd wegens het verlenen van geen goede zorg- of jeugdhulp in de zin van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz);
- moet de zorgaanbieder maximaal twee jaar geleden een onafhankelijk cliënttevredenheidsonderzoek hebben gepubliceerd;
- heeft de NZa geen maatregel opgelegd en is geen bestuursrechtelijke boete opgelegd wegens declaratiefouten of het niet-publiceren van informatie die gepubliceerd zou moeten worden;
- is de (feitelijk leidinggevende van de) zorgaanbieder niet onherroepelijk strafrechtelijk veroordeeld in verband met een overtreding van de Wmg
- Daarnaast:
- hebben het bestuur en de interne toezichthouder van de zorgaanbieder (als bedoeld in de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza)) de winstuitkering expliciet goedgekeurd;
- gaat de winstuitkering niet ten koste van de kwaliteit en continuïteit van de te verlenen zorg- of jeugdhulp;
- is de financiële gezondheid van de aanbieder op orde (concrete normen voor current ratio, weerstandsvermogen, rentabiliteit en EBITDA-marge).
Met het vastleggen van de voorwaarden voor winstuitkering, erkent de Minister de gerechtvaardigde belangen van investeerders. Hoewel de vastlegging van de voorwaarden in de Wmg enige rechtszekerheid biedt, is de voorwaarde met betrekking tot de kwaliteit en continuïteit van de te verlenen zorg- of jeugdhulp wederom een open norm, waaraan de NZa kan gaan toetsen. De praktijk zal moeten uitwijzen hoe actief en op welke wijze de NZa deze norm zal toetsen. Daarnaast brengt de eis over het recentelijk gepubliceerde onafhankelijk cliënttevredenheidsonderzoek administratieve lasten met zich. Wij stellen ons daarbij de vraag of deze norm voldoende proportioneel is ten opzichte van alle zorg- en jeugdhulpaanbieders, om af te wijken van de bepalingen over vrij verkeer van kapitaal, vestiging en diensten in het Europese Recht. De normen gelden immers voor alle zorg- en jeugdhulpaanbieders die winst mogen uitkeren.
Anders dan in het initiële wetsvoorstel gelden voor nieuwe zorgaanbieders volgens de Wibz iets andere voorwaarden voor het doen van een winstuitkering. Zo hoeft de nieuwe zorgaanbieder geen cliënttevredenheidsonderzoek te publiceren en geldt dat de nieuwe zorgaanbieder in de eerste twee jaar na aanvang van de zorgverlening aan een lagere rentabiliteitsnorm en andere EBITDA-norm moet voldoen.
Niet veranderd ten opzichte van het initiële wetsvoorstel, is dat geen winstuitkeringsverbod is opgenomen voor onderaannemers en geen maximum aan uitkeerbare winst. Daarnaast zijn evenals in het initiële wetsvoorstel de voorwaarden van overeenkomstige toepassing op (rechts)personen die niet langer zorgaanbieder zijn, tot het hoogste het bedrag van het eigen vermogen op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het niet langer zorgaanbieder zijn en tot vijf jaar na dit tijdstip.
Integere bedrijfsvoering – twee concrete normen
Naast deze wijzigingen is de brede open norm over het hebben van een ‘integere bedrijfsvoering’ vervangen door de volgende twee concretere normen in de Wmg, die (met nog twee indicatoren) in het initiële wetsvoorstel niet-limitatief waren opgenomen als indicatie voor het hebben een integere bedrijfsvoering:
- zorg- en jeugdhulpaanbieders dienen marktconforme afspraken met elkaar te maken bij van betekenis zijnde transacties (denk aan ICT en vastgoed-investeringen) met verbonden partijen (zoals familieleden van een bestuurder)
- zorg- en jeugdhulpaanbieders mogen geen onverantwoorde risico’s nemen bij het aantrekken of terugbetalen van eigen of vreemd vermogen
In de reactie op de advisering van de Raad van State licht de Minister toe dat deze norm beperkt en geconcretiseerd is, om te voorkomen dat afgeweken wordt van, of ingegaan wordt tegen, de Governancecode zorg 2022. Ook op dit punt volgt de Minister dus het advies van de Raad van State.
Verruiming weigerings- en intrekkingsgronden Wtza-vergunning
Bovendien zijn de nieuwe weigerings- en intrekkingsgronden voor een Wtza-vergunning verruimd met een toevoeging ten aanzien van de (feitelijke) leiding of interne toezichthouder van de zorgaanbieder. De Wtza-vergunning wordt geweigerd of ingetrokken indien een lid van de algemene of dagelijkse leiding of de interne toezichthouder van de zorgaanbieder of feitelijk leidinggevende van de zorgaanbieder een ‘ernstig risico vormt’ voor het ‘behoorlijk of rechtmatig bestuur’ van de zorgaanbieder. Daarnaast kan, anders dan in het initiële wetsvoorstel, de Wtza-vergunning óók worden ingetrokken als sprake is van één van de omstandigheden die kunnen leiden tot het weigeren van de vergunning.
Op het eerste gezicht lijkt het CIBG met de Wibz over ruime nieuwe grondslagen te beschikken om een Wtza-vergunning te weigeren of in te trekken. De memorie van toelichting is op dit punt dan ook uitgebreid en bepaalt dat van geval tot geval met de betrokkenen, zoals de IGJ, NZa en de zorgverzekeraars, bekeken zal moeten worden wat de consequenties zijn van het intrekken van de vergunning. Ter illustratie bepaalt de memorie van toelichting dat de maatregel van het intrekken van een vergunning van een grote zorginstelling in beginsel niet proportioneel zal zijn, en eerst andere maatregelen aan de orde zullen komen.
Aanvullende toelichting bij het wetsvoorstel
Naar Europees Recht is vereist dat een inbreuk op het vrije verkeer van kapitaal, vestiging en diensten – zoals het stellen van eisen aan winstuitkeringen door middel van bijvoorbeeld de Wibz – voldoet aan een aantal voorwaarden en deugdelijk wordt onderbouwd. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State heeft de Minister daarom in de memorie van toelichting bij het gewijzigde wetsvoorstel nader toegelicht waarom de noodzaak bestaat voor de maatregelen zoals voorgesteld in de Wibz en de maatregelen passend zijn. Daarnaast bevat de toelichting op sommige punten voorbeeldsituaties en onderbouwing met rapporten.
De Minister benadrukt in de reactie op de advisering van de Raad van State (Nader rapport) dat het volgens de regering noodzakelijk is dat ook – handhaafbaar – in de wet staat wat de voorwaarden zijn die gesteld worden aan bedrijfsvoering van zorg- en jeugdhulpaanbieders, gelet op de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg en jeugdhulp voor de maatschappij. De NZa beschikt op dit moment nog niet over publiekrechtelijke normen om daarop toe te zien, waardoor het volgens de Minister lastig is om de juistheid van signalen en/of meldingen over niet-integere bedrijfsvoering überhaupt in kaart te brengen.
Op basis van de Governancecode zorg 2022 heeft de NZa daarvoor geen handvatten. De Governancecode zorg 2022 is namelijk gebaseerd op zelfregulering en biedt volgens de Minister onvoldoende waarborgen, wegens het brede principle-based karakter van de code. Daarnaast kan de overheid geen invloed uitoefenen op de inhoud van en wijzigingen op de Governancecode zorg 2022. Daarom bestaat volgens de Minister voldoende aanleiding om publiekrechtelijke normen in te voeren. De vraag blijft echter of het preventief invoeren van publiekrechtelijke normen in geval van onduidelijkheid over de juistheid van signalen en/of meldingen, een voldoende deugdelijke onderbouwing is voor de inbreuk op het vrije verkeer van kapitaal, vestiging en diensten.
Toekomst van de Wibz
Nu het wetsvoorstel is ingediend bij de Tweede Kamer, zal de commissie Volksgezondheid, Welzijn en Sport van de Tweede Kamer het wetsvoorstel voorbereiden (debatteren, overleggen, vragen stellen, inwinnen advies e.d.) en kan het wetsvoorstel op onderdelen nog gewijzigd worden. Daarna zal de Tweede Kamer over de Wibz debatteren en uiteindelijk ook stemmen. Indien de meerderheid vóór het wetsvoorstel stemt, wordt het wetsvoorstel voorgelegd aan de Eerste Kamer, die vervolgens ook over het wetsvoorstel zal debatteren en stemmen. Al met al blijft onduidelijk of, wanneer en bovendien in welke vorm het wetsvoorstel uiteindelijk in werking zal treden.
Wij houden de ontwikkelingen ten aanzien van het wetsvoorstel Wibz nauwlettend in de gaten. Indien u vragen hebt over wat het wetsvoorstel Wibz mogelijk in de toekomst voor uw organisatie zal betekenen, neemt u dan gerust contact op met ons Healthcare & Life Sciences Team of uw vaste contactpersoon bij Loyens & Loeff.